Hoe minder regels, des te behoedzamer een senator moet opereren
Of VVD-politica Duthler echt een grens heeft overschreden, zoals meerdere media maandag meldden, moet de komende dagen blijken. Dat de senator wetten en regels aan haar laars lapte, is nog door niemand vastgesteld. Vaststaat wel dat haar handelwijze door meerdere hoogleraren met enige kennis van zaken op het gebied van integriteit en openbaar bestuur in ferme bewoordingen wordt afgekeurd.
Duthler is grondlegger van het naar haarzelf genoemde adviesbureau Duthler Associates, dat in 1998 van start ging en onder andere in 2013 door het ministerie van Volksgezondheid werd ingehuurd. Het bureau moest aangeven hoe de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) zo kon worden geformuleerd dat de uitvoering van het WMO-beleid niet zouden botsen met de Wet bescherming persoonsgegevens (WBP). De adviezen van het bureau vielen bij het departement in de smaak, en wel in die mate dat meerdere ervan in diverse concepten en uiteindelijk ook in de eindversie van de wettekst werden verwerkt.
Zou alleen de gewaarwording dat hun collega-senator via haar bedrijf was betrokken bij deze wet voor de toenmalige VVD-Eerste Kamerfractie al voldoende reden zijn geweest om maar voor de WMO te stemmen? Er zijn in Nederland, naar men mag aannemen, maar weinig mensen die dat vermoeden. De wetgeschiedenis geeft daarvan ook geen blijk. VVD-senator Dupuis voelde verantwoordelijk staatssecretaris Van Rijn stevig aan de tand en wees hem erop dat de WMO een grote groep burgers dreigde bloot te stellen „aan de kilte van een minder beschermd bestaan.”
Toch is daarmee niet alles gezegd. Met het door de beide Kamers loodsen van de WMO waren stevige financiële belangen gemoeid. De door het kabinet-Rutte II ingeboekte bezuinigingsdoelstellingen moesten worden gehaald. Enige haast was dus geboden. Hoe kritisch VVD-woordvoerster Dupuis nog heeft gekeken naar de alinea’s uit de wet over de privacy van burgers en het uitwisselen van gegevens is gegeven die context geen onbelangrijke vraag. Een antwoord daarop valt voor een buitenstaander echter niet te achterhalen. Tijdens het finale debat in de plenaire vergaderzaal van de Eerste Kamer stipte zij, anders dan de woordvoerders van D66, het CDA, de SP en de ChristenUnie, de privacyaspecten van de WMO niet meer aan. Wat er binnenskamers gebeurde, is niet bekend.
Hier wreekt zich het gegeven dat de integriteit van senatoren in Nederland nog altijd als vertrouwenskwestie wordt gezien, op een paar regeltjes na waarvan sommige ook nog eens informeel zijn. Dat moet vooral zo blijven, maar in deze casus roept dat wel vragen op. Zou het niet beter zijn als burgers met enkele muisklikken kunnen achterhalen of senatoren hun rechtstreekse bemoeienis met wetten binnen hun fractie hebben gemeld? Ook voor Eerste Kamerleden geldt: vertrouwen komt te voet en gaat te paard.