De steun is hard nodig, want al maanden zijn de Oekraïense militairen zuinig op hun munitie. Dat hield in de praktijk in dat ze minder terugschoten, waardoor de Russen het laatste halfjaar konden oprukken en bij elkaar 600 vierkante kilometer op Oekraïne veroverden. Volgens cijfers van de Britse denktank Royal United Services Institute vuurt het Oekraïense leger niet meer dan 2000 granaten per dag af. Het Russische leger het vijfvoudige: 10.000 dus.

Oekraïne kan opgelucht ademhalen nu de beslissing in Washington is gevallen, maar dat is slechts voor een moment. Amerikaanse steun op de langere termijn is lang niet zeker. Als Donald Trump de presidentsverkiezingen wint kan het met de Amerikaanse bijstand zomaar gedaan zijn. De huidige president Joe Biden doet overigens ook steeds moeilijker over wapenhulp aan Oekraïne.

Een andere reden waarom men in Oekraïne slechts voor een moment ontspannen kan achteroverleunen is de Russische suprematie aan het front. „De Russische president Vladimir Poetin kan het zich politiek permitteren honderdduizenden meestal verarmde burgers in te zetten in een zinloze en moorddadige oorlog”, schrijft deze week de Zwitserse Neue Zürcher Zeitung in een commentaar. Bovendien heeft hij fabrieken opgedragen wapens te produceren in plaats van consumptiegoederen. Daardoor stromen er artilleriegranaten, drones, raketten, tanks en wat dies meer zij voortdurend naar de Russische soldaten aan het front.

Die twee factoren dienen de Europese bondgenoten te doen inzien dat zij Oekraïne moeten blijven steunen. Het Duitse dagblad Die Welt tekende in dit verband uit de mond van een in de EU ervaren diplomaat op: „Het besluit uit Washington is zeer belangrijk. Het ontbreekt echter nog altijd aan een strategie voor de langere termijn hoe het Westen Oekraïne wil steunen. De Amerikaanse regering verwacht nu dat de Europeanen bij deze oorlog voor hun deur zich duidelijk meer engageren.”  De diplomaat voegde eraan toe dat er „voor de Europeanen geen excuses meer zijn: ze moeten nu leveren”.

In Londen zegde daarop premier Rishi Sunak direct ruimhartig kruisraketten toe om Russische hoofdkwartieren en wapenopslagplaatsen te vernietigen. Andere Europese landen zijn nog niet zover, als ze ooit dat punt bereiken. In Brussel erkenden deze week de EU-ministers van Defensie en Buitenlandse Zaken dat de nood in Oekraïne hoog is. Toch deden zij –spijtig genoeg– geen nieuwe toezeggingen om Patriots of andere luchtverdedigingssystemen te leveren.

De Russen proberen intussen door te stoten naar Tsjajiv Jar. Valt die plaats, dan kan Rusland dieper in de Donbas oprukken. Gebeurt dit voor 9 mei, de dag waarop Rusland de overwinning op nazi-Duitsland viert, dan kan Poetin de burgers vertellen dat de oorlog voorspoedig verloopt. Dat is dan met hulp van de EU.

__