Kyiv waarschuwt dienstplichtigen in buitenland
Oekraïense mannen die naar het buitenland zijn vertrokken in plaats van mee te helpen in de strijd tegen Rusland, hoeven daar niet te rekenen op hulp van de Oekraïense staat. Deze groep krijgt geen consulaire bijstand meer, meldde de Oekraïense minister van Buitenlandse Zaken Dmytro Koeleba op X. Hij lijkt daarmee ook te doelen op een groep van duizenden Oekraïners in Nederland.
„Zo ziet het er nu uit: een man van dienstplichtige leeftijd ging naar het buitenland, liet de staat zien dat hij niets geeft om haar overleven en komt vervolgens om diensten van deze staat vragen. Zo werkt het niet”, aldus Koeleba. „Een verblijf in het buitenland ontslaat een burger niet van zijn of haar plichten tegenover het thuisland.”
De regering treft maatregelen om ervoor te zorgen dat alle dienstplichtigen, of ze nu in of buiten Oekraïne zijn, „eerlijk worden behandeld”. Toch zullen Oekraïense diplomaten de mannen alleen nog helpen bij een terugkeer naar Oekraïne.
Koeleba zei dat er binnenkort meer informatie over de maatregelen komt. De Oekraïense ambassade in Den Haag verwijst naar die verklaring en zegt verder geen nadere uitspraken te doen.
Volgens het Oekraïense oorlogsrecht mogen mannen van 18 tot 60 jaar het land niet verlaten. Toch zijn zij nog niet allemaal dienstplichtig. Begin deze maand kondigde president Volodymyr Zelensky aan dat de leeftijd waarop mannen gemobiliseerd kunnen worden, verlaagd zou worden van 27 naar 25 jaar. Op welke groep Koeleba nu doelt, is nog onduidelijk.
Uit de meest recente cijfers van het CBS blijkt dat er ruim 24.000 Oekraïense mannen van 18 tot 60 jaar in Nederland geregistreerd staan. Van hen zijn er bijna 6600 jonger dan 27 en ruim 5200 jonger dan 25 jaar.