In JC Zeist zitten jongeren van 18 tot 23 jaar, die verdacht worden van een strafbaar feit, maar nog niet veroordeeld zijn. Ze kwamen in juni naar Zeist vanuit een justitiële jeugdinrichting die onbewoonbaar was geworden door waterschade.

In december concludeerden de inspecties dat de omstandigheden „niet wenselijk” waren. Zo kregen de jongeren geen onderwijs en „begeleiding, zorg en activiteiten zijn er onvoldoende gericht op hun ontwikkeling”. Er waren geen specifieke psychologen aanwezig en er miste een risico-inschatting van wat te doen met de jongeren in het geval van een gevaarlijke situatie.

Na een nieuwe controle in februari melden de inspecties nu dat „een pedagogische benadering en een onderwijsaanbod” nog steeds ontbreekt. „Medewerkers van JC Zeist zijn van goede wil, maar niet voldoende toegerust om bijvoorbeeld jongeren met psychiatrische problemen of een verstandelijke beperking goed te kunnen helpen.” Wel krijgen de meeste jongeren inmiddels binnen twee weken een intake bij de psycholoog en is er een organisatie die activiteiten aanbiedt zoals sport, koken en gamen.

De inspecties vragen demissionair minister Franc Weerwind (Rechtsbescherming) opnieuw om zo veel mogelijk rekening te houden met specifieke behoeften van de jongeren, en om het jongerenverblijf in JC Zeist zo veel mogelijk op het verblijf in een justitiële jeugdinrichting te laten lijken.