Kamp Amersfoort herdenkt overdracht aan Rode Kruis
Nationaal Monument Kamp Amersfoort herdenkt vrijdag dat het op die dag precies 79 jaar geleden is dat de nazi’s het concentratiekamp overdroegen aan het Rode Kruis. In Kamp Amersfoort zaten tijdens de Tweede Wereldoorlog veel Nederlanders gevangen onder erbarmelijke omstandigheden. In het kamp zijn meer dan driehonderd mensen om het leven gebracht en daarmee is Kamp Amersfoort de grootste executieplaats van Nederland tijdens de oorlog.
Vanaf 1941 sloten de Duitse bezetters in Amersfoort Nederlanders op die zich verzetten tegen het regime. Onder hen waren bijvoorbeeld zo’n vierhonderd politiemannen en ongeveer driehonderd artsen. Maar ook communisten, Jehova’s getuigen, zwarthandelaren en ontduikers van de gedwongen tewerkstelling in Duitsland gingen naar Amersfoort, naast enkele duizenden Joden. In totaal hebben in Kamp Amersfoort 47.000 mensen gevangen gezeten. Driekwart van deze groep werd doorgevoerd naar andere kampen en een groot deel van hen overleefde de oorlog niet.
De herdenking staat vrijdag in het teken van uitbuiting en dwangarbeid in verleden en heden. De huidige wisseltentoonstelling in het museum bij het kamp gaat ook over de Arbeitseinsatz tijdens de Tweede Wereldoorlog. Een van de sprekers is Conny Rijken, nationaal rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen. Na de bijeenkomst op de binnenplaats van het kamp worden bloemen gelegd bij monument De Stenen Man.