Oekraïne smeekt om extra luchtafweer nu Rusland het land voortdurend zwaar met raketten en drones bestookt. Oekraïne heeft moeite om zich daartegen te verweren. Met name de geavanceerde Patriots waarover ook Nederland beschikt zouden uitkomst kunnen bieden.

Maar Nederland heeft de luchtdoelraketten zelf nodig, stelt het kabinet tot dusver. Voor zijn eigen veiligheid én omdat de NAVO dat van Nederland zou vragen. Nu NAVO-chef Jens Stoltenberg dat laatste bezwaar tegenspreekt, kijkt Nederland nog eens of het „de pijngrens” wel tot het uiterste heeft opgezocht, zei Rutte bij aankomst op de EU-top in Brussel.

Tegelijkertijd wil hij „geen verwachtingen wekken. We hebben een zeer beperkt aantal systemen”, en Nederland leverde al onderdelen daarvan, memoreert Rutte.

Andere landen zouden zich ook meer aangesproken moeten voelen dan Nederland, vindt de premier. Stoltenbergs uitlatingen gaan „absoluut” helpen om meer steun voor Oekraïne los te krijgen, denkt hij.

„Maar natuurlijk moet je ook zelf weer kijken”, geeft Rutte toe. „Als er één vinger naar een ander wijst, wijzen er vier naar jezelf.”

Oekraïne zou al erg geholpen zijn met een zevental Patriot-installaties, liet de regering in Kyiv eerder weten. Haar westerse bondgenoten hebben al gauw honderd Patriot-systemen waarvan ze er toch een paar zouden moeten kunnen missen, zei eerder ook EU-buitenlandchef Josep Borrell. Duitsland heeft er inmiddels een extra toegezegd.