Nagemaakte medicijnen schelen volgens rapport honderden miljoenen
Nagemaakte versies van biologische medicijnen waarvan het patent is verlopen, besparen Nederland jaarlijks honderden miljoenen euro’s. Het Instituut Verantwoord Medicijngebruik (IVM) komt in een rapport uit op een bespaard bedrag van bijna 800 miljoen euro per jaar. Daarmee leveren deze zogenoemde biosimilars een „belangrijke bijdrage” aan de betaalbaarheid en toegankelijkheid van de zorg. De onderzoekers wijzen echter ook op toenemende onzekerheid: de prijzen zijn zo laag geworden, dat de kosten om dit soort medicatie te ontwikkelen vaak niet meer opwegen tegen de opbrengsten.
„Het agressieve onderhandelen over de prijs van biosimilars heeft in steeds meer gevallen een negatief effect op de komst van toekomstige biosimilars”, stelt het IVM in een rapport. Biosimilars zijn geneesmiddelen van biologische oorsprong die sterk lijken op het originele medicijn dat ze nabootsen. Ze worden bijvoorbeeld gemaakt met bacteriën, schimmels, bloedplasma of hormonen.
Het gebruik van deze middelen neemt toe. Biosimilars worden onder meer gebruikt voor de behandeling van diverse soorten kanker, reuma en darmaandoeningen. Per patiënt die zo’n nagebootst middel kreeg, daalden de kosten tussen 2015 en 2022 gemiddeld met 70 procent, becijfert het IVM.
Het bedrag van bijna 800 miljoen euro aan bespaarde uitgaven, baseert het instituut op de kosten voor de ‘originele’ middelen in 2015. „Als we het aantal patiënten uit 2022 zouden hebben behandeld tegen de kosten per patiënt van 2015, dan had dat 954 miljoen gekost. We gaven echter 169 miljoen uit.”
Middelen van biologische oorsprong zijn niet heel eenvoudig na te maken. De ontwikkeling ervan vergt meestal een paar honderd miljoen euro aan investeringen. Forse prijsdalingen zijn niet alleen positief, zegt het IVM: „Fabrikanten verwachten aan sommige middelen bij een grote prijsdruk geen droog brood te kunnen verdienen, en dus beginnen ze er niet aan.”