Mens & samenleving

Schoolhond geeft Lodensteinleerling emotionele support

Uren achter een laptop zitten, dat is voor Anna en Rick lastig. De scholieren zijn blij met de afleiding die Beertje en Guusje, twee Berner sennenhonden, bieden.

15 April 2024 14:42Gewijzigd op 16 April 2024 14:47
Rick Oostindie, Gerwin Polinder en Anna Kooij met schoolhonden Beertje en Guusje. beeld André Dorst
Rick Oostindie, Gerwin Polinder en Anna Kooij met schoolhonden Beertje en Guusje. beeld André Dorst

„In de wei kunnen we wel een mooie foto maken”, zegt Anna Kooij (17), terwijl ze de hond aait die kwispelend bij haar voeten staat. De scholier haalt borstels om de dieren te kammen. Een paar geiten kijken van een afstandje mee.

Op de afdeling groen van het Van Lodenstein College in Hoevelaken –een school voor de bovenbouw van het vmbo– is het direct duidelijk: Anna houdt van dieren. En dat geldt ook voor haar medeleerling Rick Oostindie (15). Wat dat betreft zitten de twee goed in Hoevelaken. Leren doe je hier niet alleen uit een boek en achter een bureau, maar ook door te doen. Daarom lopen er buiten geiten, kippen, pony’s en kalveren rond en staan er in het klaslokaal terraria met onder meer een slang en een leguaan. En dan zijn er nog de twee honden.

Anna en Rick hebben deze woensdagmorgen beiden een Berner senner aan de lijn. Zelfverzekerd lopen de vierdeklassers met de grote honden door de gangen. De dieren –glanzende zwarte vacht, witte borst en bruine details op de kop en poten– zijn van Gerwin Polinder. Hij is docent bij de vakken dierverzorging en productiedieren. Vrijwel iedere ochtend laadt hij zijn honden in zijn Volkwagen Touran. Niet om ze uit te laten, maar om ze mee te nemen naar zijn werk.

Rust

Beertje en Guusje, moeder en dochter, fungeren namelijk als schoolhond. Het is een fenomeen in opkomst: een hond die in de klas rondloopt ter ondersteuning. Cijfers worden niet bijgehouden, maar er lopen in Nederland zeker tientallen honden rond op basis- en middelbare scholen. Chris Voorpostel en Anouk Wierema Kosters zijn beiden docent én hebben een schoolhond. Samen richtten ze Kids4ward op, een bedrijf waarmee ze onder meer scholen adviseren die ook een hond in de klas overwegen.

Sinds de oprichting in 2018 hielpen ze zo’n veertig scholen. De voorbereiding die nodig is om een schoolhond te nemen, kan een jaar duren, zegt Wierema Kosters. „Je moet zorgen dat iedereen erachter staat: ouders, het team en de leerlingen. Zonder draagvlak moet je het niet doen, want we hebben het wel over een levend wezen.” Een docent die een schoolhond wil, moet daar gemotiveerd voor zijn. „Zeker de eerste jaren moet je tijd investeren in zo’n dier. Je moet bijvoorbeeld een puppycursus volgen.”

Niet ieder ras is geschikt als schoolhond, zegt Voorpostel. „De hond moet rust uitstralen, stabiel zijn en snel kunnen herstellen van schrik. En hij moet een hoog aaibaarheidsgehalte hebben. Het moet, kortom, een vriendelijke metgezel zijn voor kinderen.”

Leonberger

De meeste scholen, zo’n 80 procent, kiezen voor een hypoallergene hond. Deze rassen verliezen weinig of geen haar, waardoor ook de meeste kinderen die allergisch zijn bij de hond in de buurt kunnen komen. Bij de keuze voor een ras speelt de doelgroep mee, benadrukt Wierema Kosters. „Een hond voor een middelbare school moet tegen een stootje kunnen en mag wat meer pit hebben dan een hond die in een kleuterklas wordt ingezet.” Docenten hebben daar niet altijd benul van. „Een kleuterjuf dacht aan een Leonberger, een grote en imposante hond. Daar gaan wij niet in mee.”

De toename van het aantal schoolhonden is ook de Koninklijke Hondenbescherming niet ontgaan. Momenteel ontbreken landelijke regels. Dat zou de bond graag anders zien, zegt woordvoerder Just de Wit. „Door de drukte en het lawaai is een school niet direct een geschikte omgeving voor een hond. Om zijn welbevinden te garanderen, zijn aandacht en begeleiding nodig.”

Op de scholen die Voorpostel en Wierema Kosters hebben begeleid bij de keuze voor een schoolhond, waren er volgens hen nooit incidenten, zoals een hond die een kind bijt. Door heldere regels en een gedegen voorbereiding voorkom je veel ellende, zeggen ze. Voorpostel: „Heel belangrijk is dat het dier zijn eigen plekje heeft, waarvan hij weet: als ik hier lig, word ik niet gestoord.”

Hondenwei

In het klaslokaal van Polinder in Hoevelaken hebben de twee Berner senners beide een kleedje met waterbak waar ze aangelijnd kunnen liggen. Buiten is een hondenwei om in te graven en te spelen. Polinder blijft ook op school het baasje van de honden en is bijvoorbeeld de enige die de honden voert.

De Berner sennenhonden hebben een tweeledig doel. Leerlingen gebruiken ze om bepaalde vaardigheden in de praktijk te oefenen, net zoals bij de andere dieren die in en om de school leven. Dan gaat het bijvoorbeeld om verzorging, zoals wassen, trimmen en tandenpoetsen. Ook controleren de scholieren de gezondheid van de honden, zegt Polinder. Bijvoorbeeld door hun vacht na te kijken.

De aanwezigheid van de viervoeters heeft ook een andere functie. „Leerlingen kunnen bij de honden hun emoties uiten. Je kunt alles tegen ze zeggen en ze luisteren altijd.” Zowel Beertje als Guusje houdt van aandacht en van geaaid worden, laten ze deze morgen zien. Juist van die karaktereigenschap worden Anna en Rick zo blij.

Emotionele support

Anna: „Soms tob ik over alles wat ik nog moet doen voor de examens. Dat wordt dan in mijn hoofd een berg die me veel stress geeft. Maar als ik ’s morgens in de klas zo’n beestje zie liggen, dat me met die lieve ogen aanstaart, dan geeft me dat een soort schattigheidsaanval. Ik knuffel dan heerlijk met haar, en zo geeft de hond me emotionele support. De nare gevoelens zijn foetsie.” Dat beaamt Rick. „De honden staan je eigenlijk op te vangen aan het begin van de dag.”

De Berner senners brengen verbinding en ontspanning in een groep leerlingen, vat docent Polinder samen. „Ik had zelfs een leerling die wekenlang thuiszat omdat ze niet naar school durfde. Voor haar was de hond een zetje in de rug om het toch weer te proberen, en sindsdien gaat het goed met haar.”

Ziet de docent dat een leerling niet zo lekker in zijn vel zit, dan geeft hij juist diegene die dag de verantwoordelijkheid over de honden. „De jongere krijgt daardoor zelfvertrouwen.” Ook Anna merkt dat effect. „Als ik met zo’n massief beest loop, en merk dat ik hem aankan, dan geeft me dat een boost.”

Tijdens taaie opdrachten achter de laptop kunnen de honden ook hulp bieden, zegt Rick. „Ik kan niet zo lang stilzitten en me concentreren. Als het me echt niet meer lukt om verder te werken, mag ik in overleg met meneer Polinder even naar de honden, bijvoorbeeld om ze te aaien of een rondje met ze te lopen. Daarna kan ik weer door.”

Meer over
Beste van RD

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer