Massaal protest in Libanon tegen regering en Syrië
Ruim 100.000 Libanezen hebben maandag in Beiroet gedemonstreerd tegen de regering. Het was een week geleden dat de Libanese ex–premier Rafik al–Hariri door een bomaanslag om het leven kwam. Door de moord zijn de spanningen rond de politieke en militaire invloed van Syrië in Libanon hoog opgelopen.
Tegen de door Syrië gesteunde Libanese regering van premier Omar Karami komt steeds meer verzet van de bevolking. Veel Libanezen vermoeden dat Syrië achter de aanslag op de populaire al–Hariri zit en eisen het vertrek van de regering. De ex–premier en miljardair al–Hariri was de drijvende kracht achter de naoorlogse wederopbouw van Libanon. Hij stapte in oktober op als premier wegens wegens een machtsstrijd met president Bashar al–Assad. Die ging vooral over de invloed van Syrië. Damascus en Beiroet ontkennen iets met de moordaanslag te maken te hebben.
Het protest tegen Syrië was het grootste sinds dat land voor het eerst troepen naar Libanon stuurde, een jaar nadat daar in 1975 een burgeroorlog was uitgebroken. Veel bedrijven en scholen waren maandag gesloten zodat zo veel mogelijk mensen de straat op konden.
De politie hield bussen aan de randen van de hoofdstad tegen, maar de meeste demonstranten waren te voet verder gegaan. Zij verzamelden zich op het plein bij de moskee waar het lichaam van al–Hariri is bijgezet. Velen van hen droegen een rood–witte sjaal, als symbool van de „onafhankelijkheidsopstand". Zo noemt de oppositie haar campagne om van de pro–Syrische regering en de circa 14.000 Syrische militairen in Libanon af te komen. De demonstranten kondigden aan elke nacht een wake bij de moskee te zullen houden totdat de daders van de moord zijn gevonden.
De Europese Unie heeft zich maandag aangesloten bij de Amerikaanse roep om een internationaal onderzoek naar de moordaanslag met een autobom. Behalve al–Hariri en zeven lijfwachten kwamen daardoor nog zeker tien mensen om het leven en raakten er 220 gewond. Libanon heeft gezegd te zullen meewerken met een onderzoeksteam van de Verenigde Naties, dat deze week in Beiroet wordt verwacht. Een volledig internationaal onderzoek wijst de regering echter af.
In een toespraak in Brussel riep de Amerikaanse president George Bush maandag Syrië op de bezetting van Libanon te beëindigen. Hij zei dat de Libanezen het slachtoffer zijn van de agressie van het buurland.
Ook in Syrië is actie gevoerd voor de terugtrekking van het leger uit het buurland. Ruim zestig intellectuelen en mensenrechtenactivisten gaven een verklaring uit, waarin ze de eisen van de Libanese oppositie ondersteunen.
President Bashar al–Assad van Syrië is bereid tot een terugtrekking in overeenstemming met het Taif–akkoord, waarmee een eind kwam aan de Libanese burgeroorlog. Dat zei secretaris–generaal Amr Mussa van de Arabische Liga, die in Damascus met de president heeft gesproken. Volgens het Taif–akkoord zou Syrië beginnen met de terugtrekking van troepen uit Libanon binnen twee jaar na het einde van de burgeroorlog. Er staat echter geen uiterste datum in waarop die moest zijn voltooid.
De oppositie heeft maandag alvast bereikt dat het parlement volgende week plenair gaat debatteren over de moord en de situatie die daarna is ontstaan. De pro–Syrische parlementsvoorzitter Nabih Berri heeft daarmee ingestemd. Tijdens dat debat, dat maandag wordt gehouden, zal de oppositie naar verwachting een motie van wantrouwen tegen de regering indienen.