Na een loopbaan van meer dan zestig jaar vindt de 82-jarige musicus het tijd om met pensioen te gaan. Sinds zijn debuut in 1964 dirigeerde De Waart alle grote orkesten van de wereld. Vanaf 1988 was hij artistiek directeur van het nieuwe Muziekcentrum van de Omroep, een jaar later werd hij chef-dirigent van het RFO. Dit was was hij van 1989 tot 2004. Op 5 december 2004 nam De Waart officieel afscheid als chef-dirigent van het RFO. Daarna werd hij benoemd tot ere-dirigent van het gezelschap. In zijn dankwoord zei de scheidende dirigent: „Ik heb hier de beste tijd van mijn leven gehad. Dit is een orkest waar mensen lief met elkaar omgaan, zonder kinnesinne.”

„De Waart heeft het RFO op de kaart gezet in binnen- en buitenland”, aldus het orkest. „Hoogtepunten van zijn chef-dirigentschap waren onder meer de indrukwekkende cyclus van de complete Ring van Wagner en bekroonde opnames van alle symfonieën van Mahler en Rachmaninov.” , schrijft het RFO.

De Waart studeerde hobo en orkestdirectie aan het Sweelinck Conservatorium in Amsterdam. In 1963 werd hij hoboïst bij het Concertgebouworkest. In 1964 won de 23-jarige De Waart in New York een dirigentenconcours. Daarna werkte hij in Amerika als assistent-dirigent van het New York Philharmonic, waar Leonard Bernstein op de bok stond. Na zijn terugkeer naar Nederland werd De Waart assistent-dirigent van het Concertgebouworkest onder Bernard Haitink. Van 1968 tot en met 1979 was hij verbonden aan het Rotterdams Philharmonisch Orkest. De eerste jaren naast eerste dirigent Jean Fournet, vanaf 1973 als chef.

De dirigent is verder verbonden geweest aan het Nederlands Blazers Ensemble, het San Francisco Symphony Orchestra, het Minnesota Orchestra, het Sydney Symphony Orchestra, het Hong Kong Philharmonic Orchestra, het Milwaukee Symphony Orchestra en het Antwerp Symphony Orchestra.

De Waart zou nog enkele concerten van het RFO dirigeren, maar legde onverwachts zijn stokje neer. Tegenover NRC liet hij weten dat zijn energie op is, dat hij klaar én tevreden is.