Rome betoogt voor vrijlating journaliste
In een stille tocht zaterdag door Rome hebben honderdduizenden mensen aandacht gevraagd voor het lot van een ontvoerde journaliste in Bagdad. De betoging diende ook de politieke aspiraties van de oppositie.
De hoofdrol in de manifestatie voor de vrijlating van de Italiaanse journaliste Giuliana Sgrena is weggelegd voor haar vader Franco. Achter een enorm spandoek wordt hij door de belangrijkste linkse politici omhelsd en wordt hem moed ingesproken. Als Romano Prodi langskomt, wordt de voormalige voorzitter van de Europese Commissie verwelkomd met ”kameraad Prodi”. Fausto Bertinotti, de voorman van de grootste communistische partij, pinkt een paar tranen weg als hij Sgrena omarmt.
Franco Sgrena zelf is getooid met een sjaaltje waaraan communistische verzetsmensen zijn te herkennen. „Ik ben een oude partizaan”, zegt de 79-jarige. „Ik weet wat het is om te vechten voor de vrijheid. Daarom neem ik het Iraakse volk niets kwalijk. Wel vraag ik hun mijn dochter vrij te laten.”
De demonstratie door het centrum van Rome is ook een protest tegen de oorlog in Irak en de Italiaanse betrokkenheid daarbij. Italië heeft meer dan 3000 manschappen in het land. Volgens een recente opiniepeiling wil ongeveer de helft van de bevolking dat de troepen worden teruggeroepen.
Giuliana Sgrena, journaliste van de communistische krant Il Manifesto, werd op 4 februari in Bagdad ontvoerd. Na twaalf dagen zonder levensteken zagen haar ouders vorige week een video van de ontvoerders, waarop Giuliana een dramatisch appèl deed op de Italiaanse regering en haar vrienden. De demonstratie van afgelopen zaterdag was een reactie daarop. Deze moet de Iraakse ontvoerders vermurwen. Eerder al werden op de Arabische televisie beelden uitgezonden van Sgrena, waaruit zou moeten blijken dat zij „een vriend van de Irakezen” is en altijd tegen de oorlog is geweest.
De demonstratie van zaterdag toont aan dat Italianen meesters zijn in het organiseren van manifestaties. De linkse oppositie -onderling verdeeld in bijna tien partijen- is op dit terrein onverslaanbaar. Eergisteren slaagde zij volgens de organisatoren erin om een half miljoen mensen te mobiliseren. Die opkomst werd niet tegengesproken door de autoriteiten, die tegen de gewoonte in geen cijfers gaven. Maar de werkelijke opkomst lijkt dichter in de buurt te liggen van de 200.000, het aantal dat de (linkse) gemeente Rome vooraf had ingeschat.
Het zou Europa’s grootste demonstratie van de laatste twee jaar zijn geweest. Anders dan anders verhieven de demonstranten nauwelijks hun stem. „Het was zo stil als in een kerk”, merkte het dagblad Corriere della Sera op. Er waren nauwelijks spandoeken te zien die ageerden tegen Berlusconi, Bush of de Verenigde Staten, of het moet de tekst ”Gijzel Fede” zijn - verwijzend naar de directeur van een conservatief tv-station uit de Berlusconi-stal.
Van regeringszijde was zaterdag niemand komen opdagen, ook al omdat een deel van de organisatie vooraf weinig uitnodigend was geweest. „Wie hier vandaag niet is, weet niet wat het Italiaanse volk wil”, reageerde Fausto Bertinotti op het ontbreken van zijn politieke tegenstanders.
De woordvoerder van Berlusconi reageerde boos: „Eerst laat de organisatie weten dat wij niet welkom zijn. Als we daar gehoor aan geven, worden we ervan beschuldigd niet te hebben deelgenomen. Het is ongelooflijk hoe de oppositie de boel kan omdraaien.”
Volgens de regering maakt een stille tocht hoe dan ook niets uit, omdat het de ontvoerders te doen is om losgeld. Dat is zeer wel mogelijk, omdat de Italianen in het verleden gijzelaars hebben vrijgekocht. In 2004 verloor Italië vier burgers in Irak tijdens gijzelingsacties, onder wie de particulier beveiligingsbeambte Fabrizio Quattrocchi, die standrechtelijk werd geëxecuteerd door een Iraakse terreurgroep. Quattrocchi was met drie collega’s gegijzeld.
Na het vermoedelijk betalen van losgeld kwamen de resterende drie gegijzelden na 57 dagen weer op vrije voeten. Voor hen werd geen massademonstratie georganiseerd, mogelijk omdat ze door de linkse oppositie werden beschouwd als huurlingen.
De gijzeling van de twee ontwikkelingswerkers Simona Torretta en Simona Pari werd na drie weken zonder bloedvergieten beëindigd, zeer waarschijnlijk nadat een losgeld was betaald, ook al ontkende de Italiaanse regering dat.