Oordeel over dood hulpverleners terecht, maar eenzijdig
Zeven hulpverleners van World Central Kitchen (WCK) kwamen begin deze week in de Gazastrook door een Israëlische luchtaanval om het leven. De eerste onderzoeken wijzen uit dat hun konvooi gericht onder vuur werd genomen.
Dat was een tragische fout, die nooit had mogen worden gemaakt. Het Israëlische leger handelde op basis van een onjuiste identificatie en biedt zijn oprechte verontschuldigingen aan. Stafchef Herzi Halevy was duidelijk in zijn commentaar op de gebeurtenissen en verklaarde bovendien dat de strijdkrachten een diepgaand onderzoek naar het incident hebben ingesteld.
Premier Benjamin Netanyahu uitte zich in soortgelijke bewoordingen. Daar had hij het ook beter bij kunnen laten. De Israëlische minister-president voegde er echter aan toe dat zulke dingen nu eenmaal gebeuren in de complexe realiteit van een oorlog.
Dat is op zichzelf helaas maar al te waar. Maar daar schieten slachtoffers en nabestaanden natuurlijk totaal niets mee op. En het helpt al helemaal niet om de internationale verontwaardiging over het drama enigszins te temperen. Een verbolgen José Andrés, oprichter van WCK, verklaarde in een reactie dan ook dat het incident zich niet in de mist van de oorlog had voorgedaan, maar een doelgerichte aanval op duidelijk gemarkeerde hulpvoertuigen betrof.
Tegelijkertijd laten de reacties van de Israëlische autoriteiten wel zien hoe de Joodse staat met dit soort gebeurtenissen omgaat. Als blijkt dat het leger zich aan dergelijke praktijken heeft schuldig gemaakt, worden publiekelijk excuses aangeboden en een onderzoek ingesteld.
Dat past ook bij een land dat als democratische rechtsstaat een hoge morele standaard heeft hoog te houden. Het hoort ook bij de manier van oorlog voeren waarop Israël zich laat voorstaan –alles doen om burgerslachtoffers te voorkomen– om het boetekleed aan te trekken als het misgaat.
Overigens hoeven er weinig illusies over te bestaan dat de Israëlische verontschuldigingen ook maar iets aan de negatieve beeldvorming rond de Joodse staat zullen veranderen. Israël staat immers bij voorbaat op achterstand als het gaat om het oordeel van de internationale gemeenschap over het militaire optreden in de Gazastrook.
De golf van selectieve verontwaardiging die de dood van de WCK-medewerkers in Gaza veroorzaakte, laat opnieuw zien hoe eenzijdig het oordeel van de wereld is. De Verenigde Naties waren er zoals gebruikelijk als de kippen bij om Israël aan de schandpaal te nagelen. VN-rapporteur Francesca Albanese wist meteen te melden dat de Joodse staat opzettelijk hulpverleners doodt en elke rode lijn overschrijdt. Sancties nu, aanklachten nu, is haar oproep.
Oorverdovend stil blijft het echter nog altijd rond de seksuele wandaden van Hamas die recent in diverse rapporten aan de kaak werden gesteld. En wie verheft op het internationale toneel zijn stem om aandacht te vragen voor het lot van de gijzelaars, die al een halfjaar in handen van terroristen zijn?
Dat doet –opnieuw– niets af aan de ernst van het drama waarbij zeven hulpverleners om het leven kwamen.