Noord-Holland richt stikstofbank op om PAS-melders te helpen
De provincie Noord-Holland wil met de oprichting van een stikstofbank agrarische en industriële bedrijven te hulp schieten die buiten hun schuld niet de juiste natuurvergunning hebben. Deze zogenoemde PAS-melders zitten sinds 2019 in een onzekere situatie. Een landelijke oplossing blijft uit en veel provincies zitten met de kwestie in hun maag.
Noord-Holland gaat nu actief op zoek naar bedrijven die schaarse „stikstofruimte” kunnen leveren. Er zijn al aanbiedingen, aldus een provinciewoordvoerder.
PAS-melders zijn ondernemers, veelal boeren, die aanvankelijk geen vergunning hoefden te hebben om relatief kleine hoeveelheden stikstof uit te stoten. Een melding volstond, maar dat veranderde na een uitspraak van de Raad van State in 2019. De PAS-melders moeten sinds 2019 wel een vergunning hebben, maar die worden door de stikstofproblematiek nauwelijks meer uitgegeven. Deze bedrijven zijn formeel in overtreding, maar er hoeft volgens de Raad van State nu niet op te worden gehandhaafd.
Ook zogenoemde interimmers, bedrijven die al actief waren voordat in februari 2009 Europese wetgeving van kracht werd, moeten eigenlijk een vergunning hebben. Noord-Holland wil nu beide groepen helpen door stikstofruimte die op een bepaalde plek vrijkomt, bijvoorbeeld doordat een veehouderij stopt, aan deze ondernemers beschikbaar te stellen.
Eigenlijk moet het Rijk een oplossing bieden, maar dat is tot nu toe niet gelukt. „Er zit nu onvoldoende vaart achter en onze ondernemers en hun gezinnen leven al sinds 2019 in grote onzekerheid”, zegt verantwoordelijk gedeputeerde Jelle Beemsterboer (BBB). „Daarom kijkt Noord-Holland wat we zelf kunnen doen. Het is de eerste keer dat op deze manier een oplossing wordt gezocht voor PAS-melders en interimmers. Ik hoop dat we binnenkort een aantal PAS-melders goed nieuws kunnen geven.”
Noord-Holland kent al stikstofbanken voor woningbouw en de verduurzaming van industrie. Volgens nieuwe regels van de provincie mag bij het opnieuw gebruiken van stikstofruimte 40 procent niet meer ingezet worden om de natuur te laten herstellen. Dat was 30 procent. Verder staat de provincie voortaan het „verleasen” van stikstofruimte toe, waarmee tijdelijk gebruik van stikstofruimte mogelijk wordt. Een bedrijf dat tijdelijk minder stikstof uitstoot, kan de ruimte die daardoor ontstaat dan voor een bepaalde periode overhevelen aan een ander bedrijf. Dat moet vooral woningbouw- of infrastructuurprojecten mogelijk maken.