Kerk & religieMeditatie

Meditatie: Goede Vrijdag

Lukas 22:61, 62

Aurelius Augustinus
29 March 2024 08:01Gewijzigd op 29 March 2024 09:37
beeld RD
beeld RD

„En de Heere Zich omkerende, zag Petrus aan; (…) En Petrus naar buiten gaande, weende bitterlijk.”

Dit is Petrus, de man die loochent en liefheeft. Hij loochent door zijn menselijke zwakheid; hij bemint door de goddelijke genade. Toen Petrus namelijk loochende, kwam zijn eigen zwakheid aan het licht. Hij had zichzelf immers overschat en in zijn trotse hoogmoed hoog opgegeven van zijn –in zekere zin– eigen krachten toen hij zei: „Heere, ik ben bereid met U de dood in te gaan.” Hij overschatte zijn eigen krachten. Juist op dat moment kreeg hij te horen wie hij was. Het ging namelijk om een zieke man die zichzelf overschatte, en om een geneesheer die zijn pols voelde. Deze stelde vast dat Petrus een ziekte onder de leden had. Als een echte en betrouwbare geneesheer verklaarde Jezus wat er zou gaan gebeuren. Hiermee wilde Hij eigenlijk zeggen: „U denkt nog altijd dat u gezond bent. U weet nog niet dat u koorts hebt, maar dat wordt u nu bekend. U zult van uw stuk raken als de aanval komt.” Goed, Petrus werd een vraag gesteld door een dienstmeisje en in hem werd niet vervuld waar de zieke zelf zo vast van overtuigd was, maar wel wat de geneesheer reeds verklaard had: zo’n dienaar zou de Heere driemaal verloochenen vóór het kraaien van de haan. Hoe gaat de tekst van het Evangelie verder na deze drievoudige verloochening? „De Heere keek hem aan…” Echt Goede Vrijdag!

Aurelius Augustinus
bisschop te Hippo
(”Sermo 229p-1, 417)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer