Onderwijsraad: zuinig zijn met stages
Beroepsopleidingen en beroepspraktijk moeten aankomende vaklieden „doelbewust en spaarzaam” laten leren in de praktijk. Voor dingen die ze ook elders kunnen leren, moeten zoveel mogelijk alternatieven worden ingezet. Dat adviseert de Onderwijsraad.
Bedrijven en organisaties hebben namelijk onvoldoende capaciteit om studenten te begeleiden, aldus de raad. Ze kampen vaak met personeelstekorten. Daardoor ligt ook stagemisbruik op de loer, waarschuwt het adviesorgaan. „Bijvoorbeeld als studenten zonder enige vorm van begeleiding werkzaamheden moeten uitvoeren. Of als ze worden ingezet als volledige, vaak onbetaalde, werknemers, waardoor hun vorming in de praktijk niet centraal staat. Dit alles belemmert hen in hun voorbereiding op de beroepspraktijk en later in de uitoefening van hun vak of beroep.”
Tevens ontstaat dan de kans op studievertraging, studie-uitval en vroegtijdig schoolverlaten, aldus de raad. „En daardoor op een nog groter tekort aan goed opgeleide vakmensen en professionals.”
De Onderwijsraad oppert om studenten ervaring te laten opdoen in situaties die de praktijk nabootsen. Ook kunnen in de school praktijkopdrachten worden uitgevoerd die door het bedrijfsleven worden aangedragen. Het adviesorgaan denkt eveneens dat sommige ervaringen die tijdens de coronapandemie zijn opgedaan nog van pas kunnen komen bij het vinden van mogelijkheden.
Verder beveelt de Onderwijsraad landelijke ‘principes’ aan om de kwaliteit van opleiden in de beroepspraktijk te waarborgen. „Deze principes worden dan op lokaal niveau verder ingevuld en in praktijk gebracht.”
De raad pleit ook nog voor minimumstagevergoedingen in het advies Een klemmend beroep.