Ouderwetse hoogspanningsmast wint van wintrack en wordt in ere hersteld
Hij leek op weg naar de uitgang, maar de traditionele hoogspanningsmast maakt nu een comeback.
Tennet stopt met de wintracks, de ‘dubbele’ masten die de beheerder van het hoogspanningsnet meer dan tien jaar in Nederland heeft neergezet. Voor de nieuwe verbinding tussen het Zeeuwse Rilland en het Brabantse Tilburg kiest de netbeheerder weer voor de traditionele hoogspanningsmasten, vooral omdat die goedkoper zijn dan de wintracks. Ook voor andere nieuwe verbindingen krijgen de ‘oude’ vakwerkmasten, in een aangepaste vorm, de voorkeur.
De wintracks maakten hun debuut in 2010, bij het Zuid-Hollandse Bleiswijk, en werden na de aanleg van de verbinding tussen Bleiswijk en Wateringen vanaf 2011 de nieuwe standaardmast voor het Nederlandse hoogspanningsnet. In totaal zijn er 850 neergezet. Omdat ze uit twee masten bestaan zijn dat 1700 masten. Alleen in bijzondere omstandigheden zullen er nog nieuwe wintracks verrijzen in het Nederlandse landschap: bijvoorbeeld als een bestaande, uit wintracks bestaande hoogspanningslijn zou worden verlengd.
Magnetische velden
Een kleine twintig jaar geleden ging Tennet op zoek naar een alternatief voor de vakwerkmasten. Aanleiding daarvoor was een advies van het toenmalige ministerie van Vrom uit 2005. In die tijd was er de nodige discussie over de invloed van magnetische velden op de gezondheid van mensen. Die velden ontstaan bij de productie, het transport en het verbruik van stroom.
Hoewel er geen hard bewijs was dat blootstelling aan magnetische velden de gezondheid schaadt, adviseerde het ministerie toch om geen scholen, crèches en woningen meer te bouwen op minder dan 150 meter afstand van hoogspanningsmasten. Vanwege dat advies én vanwege het idee dat de vakwerkmasten wel erg opvielen in het landschap, begon Tennet met een zoektocht naar een alternatief.
Dat alternatief werd de uit twee masten bestaande wintrack. Die was weliswaar rond de 1,3 keer zo duur als de vakwerkmast, maar had een kleiner magnetisch veld: de hoogspanningslijnen hingen dichter bij elkaar dan bij de vakwerkmasten. De wintracks hadden een sterkere fundering nodig en bevatten ook meer staal.
Witgrijs
Het precieze kostenverschil, dat later volgens Tennet zou oplopen tot 50 procent, is overigens lastig te bepalen. Op sommige plaatsen waar wintracks werden neergezet, zouden er niet één maar twee vakwerkmasten nodig zijn geweest, zegt een woordvoerder van Tennet. De wintracks kregen een kleur die het best paste bij het licht en de lucht op een gemiddelde dag in Nederland: papyruswit, zeg maar: witgrijs. Dan vielen ze minder op, was het idee. Aan de bovenkant waren ze smaller dan aan de onderkant. Zo oogden ze minder massief.
De hoogspanningsnetbeheerder maakte in 2020 een evaluatie van de wintrack. Belangrijk element daarin was een aanpassing aan de vakwerkmasten waardoor het magnetisch veld rond die enkele masten kleiner werd. Het grootste voordeel van de wintracks verdween daarmee. „Over het geheel biedt de vakwerkmast meer voordelen”, verklaart een zegsman van Tennet de keuze, „vooral door lagere levenscycluskosten”.
In stilte
In andere woorden: als alle kosten voor bouw, onderhoud en sloop worden meegerekend, is de vakwerkmast beduidend goedkoper. Het voornaamste verschil in kosten zit in de bouw: de fundering en het benodigde staal. Het besluit om met de wintracks te stoppen nam Tennet overigens al in 2021 – in stilte. Voor de hoogspanningslijnen die daarna werden aangelegd, waren nog wintracks besteld. Voor de nieuwe verbinding tussen Rilland en Tilburg gold dat niet.
Tennet wijst er verder op dat mensen in landelijke gebieden de wintrackmasten soms als landschap- en zichtverstorend hebben ervaren. Het idee was dat de wintracks minder zouden opvallen. Maar of dat inderdaad het geval is? Daar verschillen de meningen over.
Over het geheel biedt de vakwerkmast meer voordelen, vooral door lagere levenscycluskosten