Dat blijkt uit een persverklaring die vrijdag door het moderamen van de synode en de directeur van het pensioenfonds is uitgegeven. „Naast de hervormde en lutherse fondsen heeft nu ook het gereformeerde fonds ruimschoots de norm van 118,6 (kapitaaldekkingsgraad) gerealiseerd. De voorlopige cijfers wijzen uit dat de kapitaaldekkingsgraad van dit fonds ten minste 121 procent bedraagt. Dit betekent dat een extra premieverhoging voor de plaatselijke gereformeerde kerken nu achterwege kan blijven”, zo meldt de persverklaring.

Op 1 januari fuseerden de predikantenpensioenfondsen van de drie in de PKN verenigde kerken: de Nederlandse Hervormde Kerk, de Gereformeerde Kerken in Nederland en de Evangelisch-Lutherse Kerk in het Koninkrijk der Nederlanden. Vóór de fusie van de drie predikantsfondsen was afgesproken dat de kapitaaldekkingsgraad ten minste 118,6 procent diende te bedragen. In de loop van 2004 werd duidelijk dat deze norm voor het hervormde en lutherse fonds -gelet op de reserves- geen problemen zou opleveren. Datzelfde geldt nu ook voor het gereformeerde emeritaatsfonds. Het bestuur van het nieuwe predikantenpensioenfonds deelt mee dat de kapitaaldekkingsgraad van het nieuwe fonds per 1 januari 2005 ongeveer 130 procent bedraagt.