Kabinet investeert weer in ‘fundamenteel toponderzoek’
Het kabinet steekt als onderdeel van een meerjarig programma opnieuw geld in grote onderzoeksprojecten van Nederlandse universiteiten. Het gaat om 160,5 miljoen euro voor zeven projecten die tot de wetenschappelijke wereldtop behoren, of die kan bereiken.
Wetenschappers gaan van het geld bijvoorbeeld nieuwe behandelingen ontwikkelen tegen blindheid. De onderzoekers in kwestie willen kapotte genen gaan herstellen, een nieuw netvlies printen met een bio-printer, en uitzoeken „hoe zebravissen het voor elkaar krijgen om zelf hun netvlies te repareren”.
Collega’s gaan zich buigen over eiwitten en gezondheid en de te vergaren kennis gebruiken om ziekten te genezen en te voorkomen. Een en ander moet leiden tot nieuwe therapieën tegen ziektes als parkinson en cystic fibrosis.
Onderzoekers van vijf universiteiten gaan verder, als één team, de komende jaren onderzoeken wat er nodig is om bepaalde crises het hoofd te bieden, zoals overstromingen, pandemieën en terroristische aanslagen. „Tijdens de pandemie werd duidelijk dat de kernwaarden van open samenlevingen, zoals vrijheid, gelijkheid en solidariteit, uitgehold kunnen raken”, aldus de hierbij betrokken historica Beatrice de Graaf (Universiteit Utrecht). „We willen weten hoe je dat voorkomt en hoe je als samenleving beter kan reageren op een crisis.”
De investeringen zijn deel van het Zwaartekrachtprogramma, waarmee het kabinet „fundamenteel onderzoek” hoopt aan te jagen. Elke twee jaar kunnen wetenschappers aan Nederlandse universiteiten om subsidie vragen. De investeringen zijn langlopend: de projecten krijgen in eerste instantie de helft van het geld en „bij succesvolle evaluatie na vijf jaar de tweede helft”.
Dat een onderzoek voor de lange termijn op financiering kan rekenen trekt wetenschappelijk toptalent aan, aldus het demissionaire kabinet.