Met een lengte van 4,23 meter is de nieuweling het meest compacte model binnen de range. De vormgeving is modern. Maar zonder logo had de merknaam ook een willekeurige Chinees kunnen zijn. Dat Volvo volledig in Chinese handen is en de EX30 ook daar produceert, is de verklaring voor de koerswijziging.

Achter het stuur voelt de auto compact aan. Dat blijkt ook qua binnenruimte. De traditionele Volvo-eigenaar met twee labradors zal de beestenboel maar nauwelijks in de 318 liter bagageruimte kwijt kunnen. Het interieur is fantasievol ingericht met zichtbaar gerecyclede materialen.

Het instrumentarium is verweven met het centrale scherm. Meldingen worden in te kleine letters weergegeven, en zijn daardoor slecht leesbaar. De elektronische piepjes, meldingen en signalen volgen elkaar bovendien zo snel op dat het afleidend wordt. Zeker wanneer je als bestuurder gewoon op de weg moet letten. Kortom: de elektronica dicteert de berijder. Bijkomend nadeel is dat alles via het scherm ingesteld moet worden, fysieke knoppen zijn er nauwelijks.

Volvo rust de EX30 uit met een 69 kW-batterij goed voor een vermogen van 428 pk en koppel van 543 Nm. Voor een auto van dit formaat te veel van het goede. Zonder van al deze krachten gebruik te maken, blijft van de beloofde actieradius van 460 kilometer (WLTP) in de praktijk niet meer dan 270 kilometer over. Gelukkig kan de auto wel snel laden.

De zitpositie bij de EX30 is die van een SUV met voldoende uitzicht rondom. De stoelen zijn vlak, zonder overmatige ondersteuning. De veel te hard afgestemde achteras wreekt zich vooral op verkeersdrempels.