CDA: verplicht les over rechtsstaat op moslimscholen
De overheid moet islamitische scholen verplichten een vak op te nemen waarin ze leerlingen onderwijzen over de waarden van de Nederlandse rechtsstaat. Weigeren de scholen dat, dan moet hun bekostiging gestopt kunnen worden.
Dat stelt CDA–fractieleider Verhagen in zijn bijdrage aan het boek Hoe nu verder?, waarin 42 schrijvers, columnisten, wetenschappers en politici hun visie geven op de toekomst van Nederland na de moord op cineast Theo van Gogh.
In een „weerbare democratie", waarin geen plaats is voor radicalisme, is volgens Verhagen ook ruimte voor religie. Moskeeën en islamitische scholen moeten echter volgens hem dan wel de waarden van de rechtsstaat erkennen. De fractievoorzitter vindt dat de overheid erop moet toezien dat religieuze instellingen zich aan de rechtsstaat „committeren".
Vorig jaar stelde het kabinet al strengere eisen aan het onderwijs op islamitische scholen. De inspectie moet strenger gaan toezien op het bevorderen van integratie en moslimscholen moeten godsdienstonderwijs gaan geven vanuit een Nederlandse invalshoek. De moslimscholen kondigden toen aan het godsdienstonderwijs meer op Nederlandse leest te gaan schoeien.
Het kabinet wil met een reeks maatregelen tegengaan dat er meer scholen bijkomen waarop veel achterstandsleerlingen zitten. Op een nieuwe school mag hoogstens 80 procent van de leerlingen een leerachterstand hebben. Op islamitische scholen loopt 90 procent van de leerlingen achter.
Minister Verdonk (Vreemdelingenzaken en Integratie) roept in haar bijdrage autochtonen en allochtonen op radicalisme af te keuren en actief tegen te gaan. Ze vindt het vooral belangrijk dat moslims zich hierover duidelijk uitspreken, ook al hebben ze voor zichzelf het gevoel dat ze er niets mee te maken hebben.
Verdonk noemt het zorgelijk dat een deel van de moslimgemeenschap „oogluikend" toestaat dat sommige geloofsgenoten misbruik maken van hun religie door een politieke islam te omarmen die er niet voor terugdeinst zijn doelen met geweld te bereiken. De bewindsvrouw benadrukt verder dat radicalisme een keuze is en niet iets waartoe iemand vanzelf wordt gebracht.
„Hoe slecht je ook door anderen bent behandeld, hoe moeilijk je leven ook is: radicaal geweld, uit naam van welke ideologie dan ook, is nooit, maar dan ook nooit goed te praten", schrijft Verdonk.