Arnhem heeft eeuwenlang sterke banden gehad met het hele koloniale rijk in de continenten Afrika, Azië, Noord- en Zuid-Amerika, schrijven de onderzoekers in hun rapport Sporen van Slavernijverleden in Arnhem. In en rond Arnhem lagen vanaf het begin van de 19e eeuw militaire troepen die ook naar de koloniën gingen. Op Landgoed Bronbeek werden gepensioneerde militairen uit de kolonies opgevangen. Veel Arnhemse families en stadsbestuurders hadden particuliere banden met de Verenigde Oost-Indische Compagnie en de West-Indische Compagnie en waren betrokken bij koloniaal- en slavernijbeleid.

Veel regentenfamilies namen slaafgemaakten mee naar Arnhem als zij gingen rentenieren. Volgens de onderzoekers wonen daardoor al meer dan 300 jaar zwarte mensen of mensen van kleur in de stad. In de stad deden winkeliers goede zaken met spullen uit de kolonies voor de rijke families. In het centrum waren nog tot ver in de vorige eeuw winkels in koloniale waar te vinden. In Arnhem zijn ook nog veel zichtbare sporen van het koloniale verleden. „Arnhem heeft materieel en immaterieel veel profijt gehad van de koloniale handel. Iedere verdiende gulden werd mogelijk gemaakt door koloniale slavernij”, aldus de onderzoekers.

Arnhem zou volgens de onderzoekers een museale plek moeten inrichten waar de talrijke overblijfselen uit het koloniale verleden te zien zijn. Het gemeentebestuur wil daar met nazaten van de slaafgemaakten die naar Arnhem kwamen over praten, aldus burgemeester Ahmed Marcouch. Nazaten worden ook betrokken bij het advies van de onderzoekers om het koloniale verleden van Arnhem verder uit te diepen.