Herziening pact vordert moeizaam
De onderhandelingen over een herziening van het stabiliteitspact vorderen maar moeizaam. Met name Duitsland, dat de afgelopen jaren grote moeite had om zijn begrotingstekort op orde te houden, wil een vergaande versoepeling. Het botst daarover met onder andere Nederland.
De EU-bewindslieden van Financiën zaten donderdag en woensdagavond in Brussel opnieuw met elkaar aan tafel om te praten over de voorgenomen aanpassingen in de budgettaire spelregels. Zij slaagden er echter niet in overeenstemming te realiseren. Over drie weken zetten zij hun besprekingen voort.
Het is de bedoeling dat er tijdens de lentetop van de regeringsaanvoerders, op 22 en 23 maart, een definitief akkoord uit de bus rolt. Minister Zalm en collega’s die eveneens een strikte lijn bepleiten, streven ernaar om als vakmensen voor die tijd de zaken te regelen. Zij voorzien dat hun politieke chefs sneller geneigd zullen zijn te sjoemelen met de discipline in de sfeer van de overheidsuitgaven.
Premier Juncker van Luxemburg, die in het groothertogdom tevens de schatkist beheert en die momenteel het voorzitterschap van de Unie bekleedt, zal begin maart een compromistekst voorleggen. „We beschikken nu over voldoende elementen om te weten hoe die eruit kan zien”, verklaarde hij na het beraad van donderdag. Hij constateerde vooruitgang in het overleg, maar erkende tevens dat er „op enkele essentiële punten nog problemen zijn.”
Het stabiliteitspact schrijft voor dat het tekort niet mag stijgen tot boven de 3 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Die grens zal in ieder geval intact blijven, maar over hoe te handelen bij overschrijding ervan lopen de opvattingen uiteen. Duitsland pleit ervoor om alleen een strafprocedure te starten bij „zwaarwegende fouten” van een lidstaat.
Zalm erkent dat er altijd „interpretatieruimte” zal bestaan. Hij vervolgt: „De vraag is alleen hoe groot die moet zijn. Wij behoren tot de groep die het heel strak wenst te houden.” Als de nieuwe uitleg erin resulteert dat het pact nauwelijks nog iets voorstelt, valt er met hem geen deal te bereiken, zegt hij. De wijzigingen vereisen unanimiteit onder de 25 EU-partners.
De bewindsman heeft berekend dat de uitgavencategorieën die sommige landen niet willen meetellen bij de bepaling van het saldo, opgeteld uitkomen op 13 procent van het bbp. „Dat is toch echt te veel van het goede”, aldus Zalm.
De versoepeling wordt straks gecompenseerd door een zwaarder regime met betrekking tot de omvang van de staatsschuld. Daarvoor geldt een plafond van 60 procent van het bbp. Regeringen die wat dat betreft slecht presteren, zullen in de toekomst forser moeten bezuinigen.
De ministers besloten dat Griekenland uiterlijk in 2006 zijn gat in de begroting dient te hebben verkleind tot minder dan 3 procent, anders dreigt een fikse boete. In november 2003 bleek zo’n strenge aanpak ten aanzien van Duitsland en Frankrijk, die toen in een zelfde positie verkeerden, niet haalbaar. Dat leidde destijds tot een scherp conflict. Griekenland krijgt een andere behandeling, omdat het al jarenlang veel te rooskleurige cijfers naar Brussel stuurt, luidt de redenering. In 2004 bedroeg het tekort 5,5 procent.