Hoe de mensheid leerde lezen: van herkauwen naar scannen
Een kind heeft minder dan een jaar nodig om te leren lezen. Maar de mensheid deed er eeuwen over om de techniek van het lezen te ontwikkelen. Zou het iets zijn dat we ook kunnen afleren?
Prof. Joel Halldorf kan niet alleen lezen; hij schrijft er ook over. Tijdens een autorit in Zweden vertelt hij hoe monniken en kerkgangers door de eeuwen heen de kunst van het lezen verfijnden. Vorig jaar publiceerde hij hierover een boek in zijn eigen taal: ”Bokens folk”; mensen van het boek, of kortweg: Boekenvolk.
Halldorf is theoloog en doceert kerkgeschiedenis aan de Enskilden Högskolan Stockholm (EHS).
We voeren dit gesprek via de telefoon; u op de weg in Zweden, ik vanachter mijn bureau in Nederland. Zou dit gesprek mogelijk zijn geweest zonder de kunst van het lezen?
„Nee. Culturen waarin lezen niet bestaat, komen nauwelijks verder. Lezen en schrijven maken het verschil tussen prehistorie en geschiedenis.”
Hoe zou de wereld er hebben uitgezien zonder lezen?
„Lezen is de basis van veel dingen. Er zou geen school of universiteit zijn. Geen democratie. En het is moeilijk om aan een kerk of klooster te denken zonder boeken.
Lezen helpt ons informatie te onthouden, waardoor we weer verder kunnen. Maar een boek is niet alleen een vergaarbak van informatie, het is ook een hulpmiddel bij het nadenken en mediteren.
In de kloosters gebruikten monniken boeken bij het bidden. Iets soortgelijks is te zien in de opwekkingsbewegingen.
Vandaag lezen we vooral om informatie te vinden – niet zozeer om na te denken of te bidden. Het gevolg is dat de kennis toeneemt, terwijl de wijsheid afneemt. De snelheid waarmee we nieuwe teksten scheppen, bedreigt de reflectie. Scannen is het nieuwe lezen. Het verlies van het langzame en bezinnende lezen leidt in onze tijd tot een crisis.”
Boven het eerste hoofdstuk van uw boek staat de vraag: Kon Jezus lezen? Wat is uw antwoord?
„Ik denk dat Hij kon lezen. Sommige geleerden denken van niet, gezien Zijn achtergrond als eenvoudige timmerman. Maar Hij zou nooit als rabbijn erkend zijn als Hij niet had kunnen lezen.
Voor mij is het nog steeds een open vraag of Hij kon schrijven. Het enige wat we daarover weten komt uit Johannes 8, waar Jezus in het zand schrijft.”
Als Hij kon lezen, wat zou Zijn leestechniek zijn geweest?
„Net als iedereen zou Hij hardop hebben gelezen. Hardop lezen is een goede manier om langzaam te lezen, een vers te herhalen en zo te onthouden. Men leerde de heilige teksten uit het hoofd. Dat was het doel van de scholen bij de synagogen.
Aan het kruis horen we Jezus Psalm 22 citeren. Zijn geheugen was een schat waar Hij tot troost een tekst uit kon halen die over Hemzelf sprak.”
Wat is door de kerkgeschiedenis heen de rol van lezen geweest?
„Vanaf de eerste dag stond lezen centraal in de vroege kerk. Gemeenten leken op Bijbelstudiegroepen. Samen las men de brieven van Paulus, de evangeliën en het Oude Testament.
Tot de 18e eeuw werd er meestal in groepsverband gelezen. Persoonlijk lezen werd pas op grote schaal bekend vanaf 1700.”
Waarom was dat?
„Vóór de boekdrukkunst was persoonlijk lezen alleen mogelijk voor rijke mensen en monniken. De drukpers bracht boeken en pamfletten bij het volk. Dat versterkte de Reformatie en later de opwekkingsbewegingen in Europa. Op sociaal gebied zouden de arbeidersbewegingen niet mogelijk zijn geweest zonder de boekdrukkunst.
Maar er was nog iets anders: de introductie van de spatie tussen woorden rond het jaar 1000. Vóór het jaar 1000 werden alle woorden aan elkaar geschreven: ”scriptio continua”. Je moest wel hardop lezen om te kunnen horen wat er stond. De spatie maakte stillezen mogelijk.
Augustinus vertelt dat hij Ambrosius eens zag lezen zonder dat zijn lippen bewogen. Hij snapte daar niets van. Stillezen was alleen mogelijk voor een enkeling met een speciaal talent.”
Het hardop voorlezen van Augustinus’ ”Stad van God” maakt het boek eigenlijk nog dikker dan het al is.
„In de oudheid en de middeleeuwen begon men niet in een boek om het uit te krijgen. Het ging om de verandering van het hart. Dan hoef je niet veel of snel te lezen; het belangrijkste was dat het een stempel op je ziel drukte. De lezer had geen haast en nam de tijd om te lezen, te verwerken en te herkauwen.”
Luther en Calvijn tonen brede belezenheid. Lazen zij ook hardop?”
„Ik neem aan dat ze voor zichzelf en in stilte hebben gelezen. Luther was gevormd door de humanistische beweging. Als universiteitsprofessor moest hij veel teksten behandelen en met elkaar vergelijken.”
U komt uit Scandinavië. Daar waren in de 18e en 19e eeuw piëtistische opwekkingen. Welke rol speelde het lezen daar?
„Kranten in Zweden noemden piëtisten ”de lezers”. Dat zegt genoeg. De piëtisten lazen één of twee keer per dag in de Bijbel. Door de tekst te herhalen en te verwerken, vormde dit het hart. De piëtisten deden daarmee niets anders dan door de eeuwen heen al was gebeurd.
In de opwekkingen bespraken ze teksten ook om er hun oordeel over te vormen. Ze volgden niet de priester, maar hun eigen geweten. Dit was in de geest van de verlichting. De filosofen vormden de verlichting voor de elite, de piëtisten vertegenwoordigden de verlichting van het volk. Dit was erg belangrijk bij de vorming van de democratische cultuur.”
Halldorf denkt dat de opwekkingen met hun leescultuur gemeenschappen hebben gecreëerd. „Ik vind het fascinerend dat er gemeenschappelijke klassiekers zijn die iedereen onder hen kent: Wesley, Whitefield, Spurgeon en Moody. Dat is anders in de massacultuur nu, waarin iedereen naar dezelfde films kijkt, maar geen klassiekers heeft.”
Met betrekking tot die gemeenschappen spreekt u over ecosystemen. Wat bedoelt u daarmee?
„Een ecosysteem is een cultuur die gecreëerd wordt door kennisinstellingen. In de middeleeuwen waren dat boeken, kloosters en kerken. Tijdens opwekkingsbewegingen waren dit de kerkbodes, kranten, Bijbelscholen en studiegroepen. In deze ecosystemen draaide het om onderwijs, opbouw en gesprek.
Tegenwoordig heeft digitalisering de ecosystemen veranderd. Het geeft ruimte voor creatieve mogelijkheden, maar de verbinding via sociale media is erg dun en onpersoonlijk. Als je het nieuws online volgt, ben je afhankelijk van anonieme algoritmes. Er is geen zichtbare redactie. De discussies over de veiligheid van verkiezingen bewijst een gebrek aan transparantie. Ik betwijfel of we onze democratische cultuur via het scherm kunnen handhaven.”
Kunnen zulke ecosystemen vandaag nog functioneren?
„Ik denk het wel. Sommige auteurs hebben gesproken over leeshuizen, waar mensen worden opgeleid om samen te lezen. Zelfs digitaal. Mensen komen samen om aandachtig te lezen en daarover te praten.”
Vroeger zouden we dat een school hebben genoemd.
„Haha, ja. Tegenwoordig zijn scholen gefocust op het aanleren van nieuwe media, maar ze vergeten leerlingen te leren omgaan met het gedrukte boek. Leerlingen moeten getraind worden in de reflectieve manier van lezen. Die manier van lezen is moeilijk op het scherm.”
Papier of scherm: wat is het verschil?
„Als je in een boek leest, kun je terugbladeren en zien hoe ver je bent gekomen. De meeste digitale apparaten creëren een omgeving vol afleiding, met banners en video’s.
Het internet is geweldig voor het vinden van informatie, maar niet voor diep of meditatief lezen.”
Voor dit interview heb ik in korte tijd van alles doorgenomen: recensies, interviews en boekfragmenten, alles online vertaald uit het Zweeds en Noors. Heb ik iets verkeerd gedaan?
„Nee. Maar u zou een rijkere ervaring hebben gehad als u het op papier en langzamer had gelezen, van het begin tot het einde. En ja, in het Zweeds zou u dichter bij het origineel zijn gekomen.
Maar ik geef toe, voor dit boek heb ik zelf ook honderden artikelen en boeken gescand. Maar sommige heb ik grondig gelezen. We hebben beide technieken nodig: informerend en transformerend lezen. Omdat dat laatste vandaag wordt bedreigd, moeten we die techniek het meest beschermen.”
In uw boek hebt u het over uw eerste Bijbel. Vertel.
„Als kind las ik veel, zoals stripboeken en fictie. Maar toen ik tien was, kreeg ik op het podium in onze pinksterkerk mijn eerste Bijbel.
Ik voelde direct dat dit een ander soort boek was. Het dwong meer respect bij mij af dan de verhalenboeken. Het was gebonden in leer, er stond een gouden kruis op en het papier was flinterdun. Het was een heel kostbaar boek.
In onze opwekkingstraditie zijn we gewend aan de combinatie van eerbiedig lezen en persoonlijke interactie met dit heilige boek. Dus ik las het zorgvuldig en onderstreepte sommige teksten en maakte er aantekeningen in. Dat was een manier om een dialoog aan te gaan met de goddelijke boodschap. Een moslim zou dat nooit doen in de Koran. Maar voor mij was het vanzelfsprekend. De waarheid van de Schrift zit niet alleen in de gedrukte woorden, maar ook in hoe we ze lezen.”