Gereformeerde gemeente Arnhem legt contacten in oude stadswijken
De gereformeerde gemeente in Arnhem gebruikt het 75-jarig bestaan om ingang te vinden bij de buurtbewoners. Sinds een jaar of vijf bezint de gemeente zich op haar relatie met de omliggende oude stadswijken.
Ds. M. Heerschap institueerde de Arnhemse gemeente op 7 maart 1949, precies een jaar nadat de eerste dienst was gehouden. Ouderling L.M. Roeleveld –ruim 23 jaar ambtsdrager–, J. Dorst –tientallen jaren organist, tot vorig jaar– en E. Hoencamp-Hardeman –die het bezoekwerk regelt en sinds 1978 gemeentelid is– laten de kerk zien waar de gemeente sinds 1969 bijeenkomt, en een deel van de gemeente zelfs al eerder (zie ”Fusie met groep uit CGK”).
Dorst kerkt hier sinds 1967 en houdt sinds 1990 de ledenadministratie bij. „Er is een tijd geweest dat we in 28 burgerlijke gemeenten leden hadden wonen”, zegt hij. „Van Wageningen tot Doetinchem, van Otterlo tot Nijmegen. Ook de kerkelijke herkomst is heel gevarieerd; we zijn vogels van allerlei pluimage. We zijn ook echt een doorgangsgemeente. Sinds 1990 heb ik 730 leden genoteerd, maar we hebben er nu maar 120.”
Vanaf 2005 daalde het ledental; momenteel is het vrij stabiel. „Gelukkig hebben zich recent enkele jonge echtparen in de omgeving gevestigd”, zegt Roeleveld. „Sommigen zien het als roeping om in de stad te gaan wonen. We hebben nu vooral ouderen en jongvolwassenen. De leeftijdsgroep 40-50 jaar ontbreekt. Gezinnen met kinderen hebben we ook nauwelijks; er zijn er verschillende verhuisd omdat de gemeente Arnhem het vervoer naar de reformatorische basisschool in Bennekom niet meer vergoedt.” Hoencamp: „Het benauwde me: hoe lang bestaat de gemeente nog? Maar onze consulent zei onlangs: „Wij houden de kerk niet in stand; dat doet God.” Dat gaf me lucht.”
Het kerkgebouw staat op de grens van de wijken Het Broek en Spijkerkwartier. Het Broek is een achterstandswijk. Het Spijkerkwartier was de grootste rosse buurt van Nederland, op de Amsterdamse wallen na. „Na een kerkdienst reden we naar huis”, zegt Dorst. „Mijn zoon zag de rode lampen en zei: Papa, is het hier altijd kerstfeest?” De prostitutie en de overlast van drugsgebruikers zijn verdwenen; „de buurt is schoongeveegd”. Bij het kerkgebouw waren er nooit problemen.
De wijk zag de auto’s vol kerkgangers komen en gaan. „Het kostersechtpaar is het enige wat hier woont; het legt makkelijk contact. We hebben nu twee keer een kleedjesmarkt georganiseerd. Op kerkelijke feestdagen zijn er buurtbewoners die op onze uitnodiging ingaan om de diensten bij te wonen. Er is dan ook een vakantiebijbelclub.”
Gastvrij
De kerk –met ruim 250 zitplaatsen– dateert uit 1953, het Pels & Van Leeuwenorgel ook. De kosterswoning ernaast is via een tuinpoortje verbonden met een tweede kerkgebouw, De Rank. De hervormde wijkgemeente die er kerkte, is wegens vergrijzing naar Elden verhuisd. Sindsdien kerkt er een orthodoxe Chinese gemeente.
De gereformeerde gemeente heeft twee ouderlingen en drie diakenen. De leden houden nauw contact. „Er is een kleine, actieve jeugdvereniging. We hebben een vrouwenvereniging, een vrouwengesprekskring, twee Bijbelkringen, ouderenmiddagen en een gemeentedag. De zangvereniging is gestopt, maar de oud-leden hadden nog zo’n twintig jaar een jaarlijks uitje, tot vorig jaar.”
Hoencamp: „Van nieuwe leden en gasten hoor ik dat ze zich welkom voelen.” Roeleveld: „Het is belangrijk dat een kerk gastvrij is. Dat kost niets extra.”