Prof. Peels: Laat op synode CGK niet ”de helft plus één” bepalend zijn
Wekelijks een blik op de kerkelijke bladen, aangevuld met citaten uit de kerkelijke wereld.
„Toch zou ik er zeker niet voor willen pleiten om de kerkelijke impasse van de CGK te doorbreken door maar over te gaan tot een andere vorm van kerkregering, bijvoorbeeld die van het congregationalisme, waarbij uiteindelijk iedereen kan doen wat goed is in zijn eigen oog. Het sámen kerk zijn, in onderlinge bemoediging en vermaning, met gemeenschappelijke inzet op allerlei terrein, behoort essentieel tot het kerk-zijn. Dan is het goed om het presbyteriaal-synodale stelsel en de wijze van synodale besluitvorming anno 2024 ten principale te doordenken. Zelf heb ik daarbij een tweetal overwegingen.
Ten eerste: de zelfstandigheid van de plaatselijke gemeente en de gebondenheid aan besluiten van meerdere vergaderingen gaan samen op. Wel is het van oorsprong de bedoeling geweest dat in meerdere vergaderingen alleen behandeld wordt wat in mindere vergaderingen of de plaatselijke gemeente niet afgehandeld kon worden. Zal een gezonde gereformeerde kerkorde niet zo dun mogelijk moeten zijn? De dossiers van generale synodes in onze tijd zijn echter al meer uitgedijd, studierapporten worden hoe langer hoe omvangrijker. De vraag moet onder ogen worden gezien of synoden niet over te véél zaken beslissingen willen nemen, die beter aan de plaatselijke gemeenten overgelaten hadden kunnen worden. (…)
Ten tweede: als een synode toch gedwongen is te beslissen over een zaak die in de kerken heel verschillend beoordeeld wordt, laat bij de stemming over het finale besluit dan niet ”de helft plus één” bepalend zijn. Leg met elkaar vast dat in zulke gevallen per definitie een ruim gekwalificeerde meerderheid (bijvoorbeeld 80 procent van de stemmen) vereist is. Misschien is het zelfs nog beter om te overwegen dat een synode in een dergelijke zaak afziet van bindende besluiten (met in het vervolg daarvan de mogelijkheid van tuchtprocedures) en zich beperkt tot het formuleren van een goed gefundeerde richtlijn voor de kerken, in de vorm van een dringend appèl. „Dit is wat wij, over de volle breedte van deze vergadering, na gebed om de leiding van de Geest, en na lang wikken en wegen van wat de Schrift hierover zegt, u willen aanreiken, om te doordenken en toe te passen in uw eigen situatie.”
Betekent dit een scheutje congregationalisme binnen het presbyteriaal-synodale stelsel? Niet per se, maar wel een vorm van kerkregering die meer bescheiden is en hopelijk beter past bij de nieuwe tijden die we als kerk en samenleving anno 2024 zijn ingegaan.
(…) Het is mijn eigen ervaring, nu vanuit mijn emeritaat terugziende, dat binnen de CGK er zóveel meer is dat ons bindt dan dat ons scheidt.”
Prof. dr. H.G.L. Peels blikt in Theologia Reformata (theologisch tijdschrift voor gereformeerde theologie) vooruit op het convent in de Christelijke Gereformeerde Kerken en voert een pleidooi om elkaar in dit kerkverband vast te houden.