Kamer kijkt naar NS om duurdere kaartjes te voorkomen
Moet de overheid opnieuw geld geven aan de NS om te voorkomen dat treinkaartjes duurder worden? Een meerderheid van de Tweede Kamer ziet dat niet zonder meer zitten, bleek donderdag in een commissiedebat.
Een concreet voorstel ligt nog niet op tafel. Habtamu de Hoop (GroenLinks-PvdA) maakte duidelijk dat hij de NS structureel wil steunen en het kabinet wil vragen om de mogelijkheden op een rij te zetten om de kosten te betalen. D66, SP, ChristenUnie, Volt en Denk leken daarvoor open te staan.
Met name partijen op de rechterflank willen liever dat de NS zelf meer doet om de kosten te drukken. Hester Veltman (VVD) noemde de mogelijke kostenstijging van 10 procent weliswaar „onaanvaardbaar”, maar wilde dat de Algemene Rekenkamer eerst kijkt welke keuzes de NS kan maken om meer geld over te houden.
Dinsdag in een hoorzitting gaf NS-topman Wouter Koolmees weinig hoop dat er nog veel te bezuinigen valt. De NS werkt aan een jaarlijkse besparing van 90 miljoen euro, zei hij. „Als we nog verder gaan, bestaat het risico dat er minder treinen gaan rijden.”
Ook Olger van Dijk (NSC) wil geen prijsverhoging van 10 procent, maar hij vindt het „iets te gemakkelijk” om net als vorig jaar 120 miljoen euro aan steun voor de NS uit te trekken. Van Dijk vroeg demissionair staatssecretaris Vivianne Heijnen (Infrastructuur en Waterstaat) om scenario’s uit te werken om de prijzen te dempen. Dat beloofde de staatssecretaris.
Voor PVV-Kamerlid Hidde Heutink is nieuwe steun voor de spoorvervoerder uit den boze. „Bezwijken we onder de dreigementen van de NS en maken we structureel 120 miljoen over, of staan we op onze strepen?” Dat leidde tot verontwaardigde reacties van andere Kamerleden.
Heijnen vindt fors duurdere treinkaartjes vanaf 2025 „heel erg lastig te verkopen”, maar gaat er uit zichzelf niets tegen doen. „Ik heb geen middelen op de begroting om de prijsstijging ongedaan te maken, en ik vind het niet passend dat een demissionair kabinet daar een besluit over neemt.”