Kamer keert zich tegen EU-natuurwet
De Tweede Kamer wil dat Nederland in de EU tegen de zogeheten natuurherstelverordening stemt. Een motie van Caroline van der Plas (BBB) en Rosanne Hertzberger (NSC) die dat verzoekt, is dinsdag aangenomen.
De Europese natuurwet verplicht lidstaten om plannen te maken om hun natuur in goede staat te herstellen. Zulke plannen kunnen Nederland tot 2050 tientallen miljarden kosten, bleek vorige week uit onderzoek, maar de verbeterde natuur levert waarschijnlijk nog meer op.
In de motie wordt het kabinet daarnaast gevraagd op zoek te gaan naar een zogeheten blokkerende minderheid om het voorstel tegen te houden. Onlangs stemde het Europees Parlement voor de verordening, maar op het niveau van de lidstaten moet nog over het voorstel worden gestemd. Mogelijk gebeurt dat op 12 april. Voor het zover is, debatteert de Kamer nog inhoudelijk over het voorstel.
CU-Kamerlid Pieter Grinwis noemde de motie daarom dinsdag voorafgaand aan de stemming „ontijdig” en zei dat zijn fractie daarom tegenstemt. Eerder zei VVD’er Thom van Campen dat de motie „echt te prematuur” was. Desondanks stemde de VVD voor, net als PVV, NSC, BBB, CDA, FVD, SGP en JA21. De motie, waar de Kamer hoofdelijk over stemde, werd met 99 stemmen voor en 46 stemmen tegen aangenomen. Ook VVD-Kamerlid Christianne van der Wal stemde voor.
Diezelfde Van der Wal heeft als minister voor Natuur en Stikstof de Kamer echter herhaaldelijk laten weten dat het kabinet voornemens is om in Brussel vóór de natuurherstelverordening te stemmen. De bewindsvrouw sprak vrijdag in een Kamerbrief van „een belangrijke, maar ook zeer uitdagende verordening voor Nederland”. In een eerder stadium heeft het kabinet zich ingezet voor aanpassing van het conceptvoorstel. Volgens Van der Wal is een groot deel van de inzet van Nederland gerealiseerd, maar geldt dat niet voor een aantal onderdelen „met een potentieel grote impact”. Het gaat dan om de bindende middellange - en langetermijndoelen; die zijn blijven staan. Het betreft hersteldoelen voor zogeheten habitattypen op land voor 2040 en 2050. Nederland wilde dat die doelen pas op een later moment zouden worden vastgesteld, wanneer de haalbaarheid beter in kaart kan worden gebracht, schreef Van der Wal in november.
Betrouwbaar
In haar brief van vrijdag schrijft de minister dat tegenstemmen de Nederlandse zorg kracht zou kunnen bijzetten, maar dat dit „weinig tot geen effect” zou hebben. Volgens Van der Wal is het namelijk zeer onwaarschijnlijk dat de Nederlandse stem verschil maakt in de definitieve stemverhoudingen. Het kabinet gaat er dus van uit dat de natuurherstelverordening ruim voldoende steun van de EU-lidstaten krijgt. „Door in te stemmen laten we zien dat we een betrouwbare onderhandelingspartner zijn”, aldus Van der Wal.