Brancheclub: instroom ggz verminderen door verkennende gesprekken
Mensen die mentaal in de problemen zitten, zouden eerst een „verkennend gesprek” met deskundigen moeten krijgen om te bepalen of ze echt geestelijke gezondheidszorg (ggz) of eigenlijk andere steun nodig hebben. De kosten daarvoor, circa 250 euro per gesprek, zouden ook moeten worden vergoed. Dat vindt de Nederlandse ggz, branchevereniging voor de geestelijke gezondheids- en verslavingszorg. De organisatie denkt dat de instroom in de ggz zo flink minder kan worden.
Ze verwijst naar een proef bij GGz Breburg in Brabant, waar ze vorig jaar 3500 van die gesprekken voerden die ook werden vergoed. Huisartsen verwijzen steeds meer mensen naar de ggz. Een kwart van de hulpvragers uit de proef leek echter vooralsnog beter een andere vorm van ondersteuning te kunnen zoeken, bijvoorbeeld schuldhulpverlening. Omdat een deel van hen bij nader inzien mogelijk toch ggz blijkt nodig te hebben, houdt de Nederlandse ggz het op minimaal een vermindering van de instroom van 10 procent.
Tijdens zo’n verkennend gesprek wordt door verschillende specialisten over verschillende onderwerpen met de cliënt gesproken om erachter te komen wat de hulpvraag nu precies is. Ruth Peetoom, voorzitter van de Nederlandse ggz, vindt dat er afspraken moeten komen om de verkennende gesprekken te vergoeden. Ze wijst ook op het Integraal Zorgakkoord, dat werd afgesloten om de zorg betaalbaar en toegankelijk te houden. „Het kan niet zo zijn dat een beweging die we met zijn allen willen door het systeem stokt. Als systeemverantwoordelijke zal de minister dus snel voor 2024 en voor 2025 met een oplossing moeten komen.”
Ggz-instellingen kunnen niet zelf voor de kosten opdraaien, vindt de Nederlandse ggz. „Een derde van de ggz-aanbieders is in de rode cijfers gedoken en de resultaten van de hele sector zijn gedaald van 4,4 procent in 2021 naar 0,7 procent het afgelopen boekjaar.” Ze willen de rekening echter ook niet bij de hulpvragers neerleggen.
Peetoom roept de onderhandelaars voor een nieuw kabinet verder op „om het werken aan een mentaal gezonder Nederland prominent op de politieke agenda te zetten”.