Omroepen: reactie WNL doet slachtoffers wangedrag geen recht
De manier waarop de raad van toezicht van Omroep WNL heeft gereageerd op de ervaringen die tientallen (oud)-medewerkers deelden in het AD „doet geen recht aan hun moed om dit soort verhalen te delen. Als een omroep of de NPO dit soort meldingen niet serieus neemt, zeker na het rapport van de commissie-Van Rijn, dan zijn we geen knip voor de neus waard.” Dat stelt voorzitter Arjan Lock namens het College van Omroepen, de koepel waarin Hilversumse omroepen overleggen.
De raad van toezicht stelde „zich gelukkig te prijzen” met hoofdredacteur Bert Huisjes, ondanks de verhalen van de (oud)-medewerkers die spreken van een „angstcultuur”. Ook Mariëtte Hamer, de regeringscommissaris seksueel wangedrag, veroordeelde donderdag de reactie van de raad van toezicht van WNL. Zij wil dat de omroepen gezamenlijke harde afspraken maken over hoe er in Hilversum met dit soort meldingen wordt omgegaan.
„Voordat je welke stappen dan ook maakt, is het allereerst van het grootste belang dat je de slachtoffers erkent en serieus neemt”, aldus Lock. „Erken de melders. Dan kan je als raad van toezicht niet zeggen: ’we hebben zo goed gewerkt met z’n allen en geen mens is zonder zonden’. Dan neem je de melders, maar ook het rapport van de commissie-Van Rijn niet serieus.”
Het College van Omroepen stelt met klem dat „het tijd wordt dat we in Hilversum de mensen net zo belangrijk gaan vinden als de inhoud. Er móet op dat vlak iets veranderen.” De verantwoordelijkheid voor die veranderingen ligt bij de omroepen zelf, voegt Lock daaraan toe: „Pak die handschoen nu dan ook op.”
Lock geeft zijn reactie namens de omroepen. Jan Slagter van Omroep MAX zegt als toevoeging op de verklaring van het CvO het eens te zijn met het feit dat er iets moet veranderen. Maar hij wil donderdag nog praten met Huisjes en de raad van toezicht van WNL om hun kant van het verhaal te horen. „Al is het evident dat het plan van aanpak tegen grensoverschrijdend gedrag en vóór een veilige werkomgeving er snel moet komen en zo snel als mogelijk geïmplementeerd moet worden”, aldus Slagter.