Veel twijfel in Tweede Kamer over voortzetten wietexperiment
Het experiment om in tien gemeenten in coffeeshops cannabis te verkopen die legaal is geproduceerd, stuit op veel weerstand in de Tweede Kamer. Het experiment ging eind vorig jaar van start, nadat het meerdere keren was uitgesteld en hier ruim tien jaar over was gesproken in Den Haag. In de nieuwe Kamer klinkt weinig enthousiasme voor het experiment. De grootste partij PVV wil zelfs de pauzeknop indrukken totdat er een coalitieakkoord ligt. Het is onduidelijk of voldoende partijen dit voorstel steunen.
Het debat gaat eigenlijk over de vraag of het wietexperiment moet worden uitgebreid, zodat ook stadsdeel Amsterdam-Oost hier onderdeel van wordt. PVV, ChristenUnie, SGP en CDA zijn überhaupt niet enthousiast over het experiment, laat staan uitbreiding.
„Vorig jaar niet, vandaag niet, morgen niet, geen geëxperimenteer met onze jeugd”, zo vat René Claassen (PVV) zijn standpunt samen. „Welk signaal willen we als overheid afgeven: dat drugsgebruik normaal is of dat we gezond moeten leven en gezond moeten opgroeien?”
Daniëlle Jansen van NSC heeft eveneens „serieuze bedenkingen” bij het plan om het wietexperiment uit te breiden. Ze wil evenwel nog niet zeggen of ze het plan van de PVV om het experiment te bevriezen gaat steunen. „Daar ga ik nog met mijn fractie over in discussie”, zegt ze.
GroenLinks-PvdA, D66 en VVD zijn wel voorstander van het wietexperiment. Ingrid Michon (VVD) heeft desalniettemin twijfels over de uitbreiding naar Amsterdam-Oost. Ze vreest voor de gevolgen als wiet in een deel van de hoofdstad legaal wordt aangeleverd, en in een ander deel weer niet.
„Het is geen geheim dat wij dit experiment zien als een belangrijke stap richting legalisering en een betere regulering van de coffeeshopketen”, zegt Joost Sneller van D66. Hij heeft liever dat de overheid zicht heeft op hoe cannabis is geproduceerd, zodat het op een verantwoorde manier gebeurt. Hij hoopt ook dat de criminaliteit hierdoor afneemt.
Of het legaliseren van cannabisproductie deze voordelen heeft, moet nog blijken uit het experiment, zegt Michon. Op basis daarvan wil ze op „feiten gebaseerde beslissingen” nemen. Zij vindt dat de tegenstanders van het experiment te star en op basis van „geloofsartikelen” in de discussie staan.