Wie in Hongarije pakt Orbáns bisschop aan?
Toen bekend werd dat de Hongaarse president Katalin Novák gratie had verleend aan iemand die bij een pedofiliezaak betrokken was, volgde het aftreden van de president en justitieminister Judit Varga. Maar Orbáns bisschop, die om de vrijlating had gevraagd, wil niet weg.
„In een kastensysteem leven we: verschillende wetten en regels zijn van toepassing op een bisschop, een bestuurder en een huiseigenaar”, zei Edina Pottyondy tegen de ongeveer 150.000 mensen die op 16 februari tegen Orbán protesteerden. Deze prominente Hongaarse influencer sprak op het grootste protest tegen de regering sinds Orbán in 2010 aan de macht kwam. Het was niet zomaar dat zij als eerste de bisschop noemde. Het protest gaf uiting aan de groeiende onvrede over het schandaal dat de president de gevangene Endre Kónya, die bij een pedofiliezaak betrokken was geweest, had vrijgelaten. Het aftreden van minister Varga is trouwens een aderlating voor premier Orbán, omdat zij de lijst voor de Europese verkiezingen in juni zou aanvoeren.
Verwarring
Bisschop Zoltán Balog, die had toegegeven dat hij Novák had aangespoord om Endre Kónya vrij te laten, is echter nog niet teruggetreden als voorzitter van de Gereformeerde Kerk in Hongarije. Over Balogs status was nogal wat verwarring: nadat hij was aangevallen in de media, die doorgaans pro-Fidesz zijn (Fidesz is de partij van Orbán), had Balog in een videobericht aangegeven dat hij op nationaal niveau zou terugtreden. De Fidesz-media brachten dit alsof zijn aftreden al een feit was.
Een paar dagen later bleek dat Balog zijn ontslag wel had voorgelegd aan de generale synode, maar naar verluidt zijn invloed gebruikt om te voorkomen dat de synode dat ontslag over een paar weken zal bekrachtigen. „Als je aandachtig luistert naar de woorden (…), dan krijg je de indruk dat hij niet wil dat de synode zijn ontslag aanvaardt”, zei politiek journalist Balázs Gulyás. Of de synode het aftreden zal bekrachtigen, „hangt af van de vraag of Orbán de leden informeel laat weten dat hij Balog nog steunt en dat de kerk kan blijven rekenen op enorme financiële steun” (bij zijn aanblijven), zei een gereformeerde predikant.
Péter Krekó, directeur van de denktank Political Capital, benadrukt het aspect van de communicatie: „Het publiek is erin getrapt met het verhaal dat Balog van het nationale toneel en zelfs van het bisschoppelijke toneel zou zijn verdwenen. Daarmee heeft Orbán op korte termijn zijn doelen bereikt. Uit de polls blijkt namelijk dat de mensen de drie hoofdrolspelers in dit schandaal weg willen hebben. Maar”, voegt Krekó eraan toe, „als straks blijkt dat Balog niet echt weg is, dan rijzen er vragen die Orbán moeilijk kan beantwoorden.”
Sleutelfiguur
Al sinds de jaren tachtig is Balog een belangrijke vertrouweling van Orbán. Hoewel hij formeel nooit lid van Fidesz is geworden, heeft hij paradoxaal genoeg meer invloed gehad op de partij dan het merendeel van de leden. Volgens Orbáns biograaf Paul Lendvai was Balog, naast Orbáns vrouw Anikó Levai, bepalend voor de keuze van de partij om openlijk met religie in zee te gaan. Die keuze leidde tot het conservatieve imago van de partij.
Balogs invloed reikte echter verder. „Als religieus leider had hij een belangrijke symbolische rol in de regering als vertegenwoordiger van Fidesz’ christelijke karakter. Maar hij is veel meer dan dat”, vertelde Zoltán Ranschburg van de liberale denktank Republikon. Al twee decennia leidt hij de ”Foundation for a Civic Hungary”, een Fidesz-stichting. Als Fidesz-bestuurder van buiten was hij niettemin „enorm betrokken bij de dagelijkse gang van zaken in de partij en droeg hij niet alleen maar bij aan dat christelijke imago.” Daarna werd Balog minister onder Orbán, van 2012 tot 2018. Hij had onderwijs, cultuur, gezondheid, familiebeleid en Roma-integratie in zijn portefeuille. „Balog leidde verschillende controversiële beleidszaken, zoals de centralisatie van het publieke onderwijs, de nationalisering van de markt voor schoolboeken. Hij is belangrijk geweest voor de consolidatie van het huidige Fidesz-regime”, aldus Ranschburg.
„Meer geld en macht”
Balogs terugkeer naar het kerkelijke leven in 2018 betekende juist een verdere ontwikkeling van zijn politieke rol, niet een afronding daarvan. Ook als predikant van een Duitssprekende gereformeerde kerk in Budapest bleef hij voorzitter van genoemde Fidesz-stichting. Die doneerde ruimhartig aan het protestantse bisdom van Dunamelleki (Budapest) in de periode voor de verkiezing van Balog als bisschop, in 2020.
Volgens Péter Bod, voormalig bestuurder van de centrale bank en een actief lid van de kerk, kwam Balog „met de nauwelijks verborgen boodschap dat zijn verkiezing als ex-minister en goede vriend van Orbán betekende dat de Gereformeerde Kerk meer geld en macht kon krijgen” – in het bijzonder, naar verluidt, wat betreft de opening van scholen en de toebedeling van rijksvastgoed.
Zulke beloften speelden ook een rol voorafgaand aan Balogs promotie tot voorzitter van de nationale synode in 2021. Hij kwam voor deze functie formeel niet in aanmerking, maar het kerkelijk recht is aangepast om zijn verkiezing mogelijk te maken. De Gereformeerde Kerk onderhield al lange tijd nauwe banden met Fidesz, maar die relatie werd zeer intens onder Balogs voorzitterschap.
„Sommige van mijn gereformeerde vrienden voelen zich ongemakkelijk bij de manier waarop de kerk wordt gebruikt voor politieke mobilisatie, steeds vlak voor verkiezingen”, zegt journalist Dóra Laborczi (zelf luthers). „De hoofdpunten van preken en kerkelijke media zijn vaak strak afgestemd op de prioriteiten van de regering.” Zulke berichtgeving „kan ook leiden tot spanningen in kerkelijke gemeenschappen”.
Genderdynamiek
Op de vraag waarom het erop lijkt dat Balog zijn positie kan behouden terwijl Novák en Varga beiden weg moesten, zijn een paar antwoorden mogelijk. Balogs vastbeslotenheid kan erop duiden dat hij nog steeds de persoonlijke steun van Orbán geniet, hoewel hij nu ook word aangevallen in de Fidesz-media. Die aanvallen zijn wellicht een aanwijzing dat hij de steun van Antal Rogán, minister en hoofd van de Fidesz-propagandamachine, heeft verloren. De Hongaarse jurist Kati Cseres, universitair hoofddocent aan de Universiteit van Amsterdam, denkt dat een sterke genderdynamiek ervoor zorgde dat Novák en Varga wel weg moesten maar Balog niet. „Dit gebeurde omdat een mannelijke politicus van Fidesz onaantastbaar is, zelfs als hij ingaat tegen de basisprincipes waar de regering voor zegt te staan.”
Halve oplossing
Experts zijn het niet eens over de manier waarop de onzekerheid over Balogs toekomst Orbán zal schaden. Ranschburg zegt: „Ik denk niet dat het de Fidesz-politiek zal schaden, tenzij de oppositie erin slaagt om deze zaak effectief tegen deze partij te gebruiken.” En anders, denkt hij, zal Fidesz „het hele verhaal langzaam opnieuw gaan framen: nu er mensen zijn afgetreden, zou de zaak zijn gesloten”. En zelfs als Balog aanblijft, „is het een makkelijke kwestie, want dan kunnen ze de hele zaak op de kerk afschuiven.”
Gulyás is het daar niet mee eens: „Elke dag die Balog langer als bisschop aanblijft, is slecht voor Fidesz en slecht voor Orbán. Zelfs de mensen die de Fidesz-communicatie over zijn aftreden geloofden, zijn er nu boos over dat hij de indruk wekt als voorzitter weg te zijn, terwijl hij gewoon bisschop blijft. Dat is een halve oplossing, waaraan mensen zich ook ergeren. Maar”, voegt hij toe, „als hij ook aanblijft als voorzitter, dan wordt de situatie veel ernstiger.”
De Brits-Hongaarse auteur was tien jaar priester in de Anglicaanse kerk. Hij is nu freelancejournalist in Budapest. Dit artikel verscheen eerst op het platform ”Reporting Democracy” van het ”Balkan Investigative Reporting Network” (BIRN), een netwerk voor onafhankelijke journalistiek dat zich inzet voor bevordering van de vrije pers, vrijheid van meningsuiting en fundamentele rechten in Zuid- en Oost-Europa.