De ziekte
De zonde is een ziekte van de ziel. God had de mens geschapen met een gezonde harmonie. Hij had geen ziekte naar de ziel, noch enig gebrek. De ziel had haar volkomen schoonheid en heerlijkheid. Het oog was helder, het hart rein, de hartstochten door de vinger van God in een zoete harmonie gesteld. God had de mens recht geschapen.Adam viel echter door het eten van de verboden vrucht in een ernstige ziekte. Daaraan had hij de eeuwige dood moeten sterven, als God geen weg tot genezing en redding had uitgedacht. Want de zonde mag ten opzichte van haar beginsel met een ziekte vergeleken worden. Een natuurlijke ziekte wordt immers soms veroorzaakt door achteloosheid of dwaas gedrag. Toen Adam geen acht gaf op Gods bevel en de kleren van zijn onnozelheid aflegde, werd hij ziek. Hij kon niet langer staan in de hof en moest naar bed. Zijn zonde had de wereld, die een paradijs was, in een ziekenhuis veranderd.
Een ziekte wordt soms ook veroorzaakt door overdaad, want overdaad is ongezond. Toen onze eerste ouders de matigheid verloren en van de verboden vrucht aten, verbrasten zij, en alle nakomelingen, hun geestelijke gezondheid en kregen een ziekte. De boom des kwaads had een ziekte onder zijn bladeren. Hij was voor het oog schoon, maar vergiftigd wat betreft zijn smaak. Allen zijn wij door het eten daarvan doodziek geworden.
W. Perkins, predikant te Cambridge (De ziekte en genezing der ziel, 1683)