„Buitengewoon blij” was Ab Flipse, voorman van Vereniging Woekerpolis.nl, toen hij samen met vier andere claim-organisaties vorige week tot een schikking kwam met Achmea. Al vanaf oktober zit een vast team onderhandelaars onafgebroken met de genoemde verzekeraars om tafel. Zijn euforische gevoel is, nu de kogel dan eindelijk door de kerk is, dan ook niet vreemd.

Flipse is echter vooral blij voor de aangesloten gedupeerden. Hun geduld is nog veel langer op de proef gesteld. „De procedure tegen NN loopt bijvoorbeeld al elf jaar en die tegen Achmea zes jaar. Onze leden hebben dus lang moeten wachten. Ze krijgen van ons een brief waarin hun een compensatievoorstel wordt gedaan.

Achmea komt met 60 miljoen euro over de brug om de claims af te kopen. Voor „schrijnende gevallen” die niet zijn aangesloten bij een van de belangenclubs, en daardoor geen recht hebben op compensatie, legt de verzekeraar een potje aan van nog eens 25 miljoen euro.

Formules

Ruim 27.000 consumenten kunnen een vergoeding voor de te hoge kosten tegemoetzien die bij hen door Achmea in rekening zijn gebracht. De vergoedingen per polis variëren van enkele honderden euro’s tot meer dan 10.000 euro. Volgens Flipse krijgen aangesloten gedupeerden in de loop van het jaar een bericht. „We moeten eerst nog gaan rekenen.”

De formules daarvoor liggen al klaar en maken deel uit van de deal, zegt Flipse. „We verdelen de klanten in polisgroepen. Daar gaat dan de formule overheen. Zo stellen we per klant het juiste schadebedrag vast.”

Dat lijkt simpel, maar dat is het niet: honderdduizenden polissen moeten tegen het licht worden gehouden. Flipse verwacht daarom dat het zomaar anderhalf jaar kan duren voordat de laatste polishouder het compensatiebedrag op zijn rekening krijgt gestort.

Achmea tast aanzienlijk minder diep in de buidel om de schadeclaims af te kopen dan ASR en NN Group (zie graphic ”Verzekeraars tasten diep in de buidel voor afkopen schadeclaims”). Dat komt volgens Flipse doordat Achmea ook beduidend minder woekerpolissen had verkocht. Bij Achmea gaat het om beleggingsverzekeringen die in Nederland zijn verkocht via de merken Avéro Achmea, Centraal Beheer, FBTO, Interpolis en hun rechtsvoorgangers.

Daarbij heeft Achmea, evenals andere verzekeraars, in het verleden al klanten gecompenseerd. Volgens de eigen boekhouding gaat het om een totaalbedrag van een slordige 380 miljoen euro. Het concern zegt dat er met de nieuwe schikking definitief een punt kan worden gezet achter de lopende juridische procedure in het dossier.

Persbericht

Kan hiermee eveneens een punt worden gezet achter de slepende woekerpolisaffaire? Flipse wil nog niet te vroeg juichen. Hoewel hij ook met verzekeraars Reaal en De Goudse een voorlopige regeling heeft getroffen, moet de punt nog wel op de i worden gezet. „Advocaten kijken nu naar de details van de overeenkomst.”

Gedupeerden kunnen zich niet meer aanmelden. Dat kan pas weer als er toch geen definitief akkoord komt, weet Flipse. „Maar ik denk dat we er wel uitkomen. Het zou goed kunnen dat deze verzekeraars en de claimorganisaties over een paar weken met een persbericht komen waarin ze het nieuws melden.”

Uitdaging

Pas als ook Reaal en De Goudse overstag gaan, wil Flipse spreken van het einde van het woekerpolisdossier. Er blijven volgens hem dan nog „een handjevol verzekeraars” over, waaronder Scildon en Onderlinge ‘s Gravenhage, die in het verleden ook woekerpolissen hebben verkocht. Flipse benadrukt dat het om kleine spelers gaat, tezamen goed voor een marktaandeel van 
3 à 4 procent. Als Flipse er met Reaal en De Goudse uit is, wil hij samen met de andere claimclubs „graag in gesprek” met deze verzekeraars.

„Ik denk dat we het boek in 2025 kunnen sluiten”, zegt Flipse. Eerst moet hij het nog voor elkaar zien te krijgen dat een minimumpercentage van 90 procent van de gedupeerden akkoord gaat met het compensatievoorstel. Lukt dat niet, dan gaat de deal niet door.

Flipse maakt zich daar echter geen al te grote zorgen over. Bij de schikking met Allianz in 2017, waarvan de claimbedragen nooit openbaar zijn gemaakt, stemde niet minder dan 99 procent van de aangesloten leden voor het compensatiebedrag. Flipse: „Maar ik vind het minstens zo belangrijk dat het leed van de gedupeerden wordt erkend. Daarom blijf ik me net zolang voor deze zaak inzetten, totdat hun allemaal is recht gedaan.”