Boetes tabaksfabrikanten om verkoopbonussen geschrapt
Elf tabaksfabrikanten en -groothandelaren hoeven geen boetes te betalen voor de bonussen die zij aan winkels gaven, bijvoorbeeld voor een goed zichtbare plek. Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport zag die bonus als verboden reclame en legde de boetes op, maar dit is dinsdag teruggedraaid door de hoogste rechter, het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb).
Het ging om 114 boetes, die in 2020 en 2021 waren opgelegd, met een totaalbedrag van ongeveer 9,4 miljoen euro. Een van de bestrafte ondernemingen kreeg zes boetes van 450.000 euro per stuk, een ander moest zeven keer 225.000 euro betalen.
Volgens het CBb heeft de staatssecretaris van Volksgezondheid „het reclameverbod te ruim uitgelegd”. Het is niet aangetoond dat de afspraken bedoeld waren om consumenten meer te laten roken, en daardoor is niet bewezen dat er sprake is van reclame, concludeert het college. Het oordeel is definitief; er is geen beroep mogelijk.
De beboete bedrijven waren eerder naar de rechtbank gestapt om de straffen aan te vechten. Die gaf ze gedeeltelijk gelijk. De bonusafspraken golden volgens de rechters wel degelijk als reclame, maar de straf was te hoog. Daardoor hoefden de bedrijven maar een kwart van het oorspronkelijke bedrag te betalen. Het ministerie ging daartegen in beroep omdat het de oude boetes hersteld wilde zien. De fabrikanten vochten die uitspraak juist aan, met succes, om ook het laatste deel van de boetes van tafel te krijgen.
Tabaksproducent Philip Morris Benelux is tevreden met de uitspraak, laat het bedrijf weten: „Philip Morris heeft altijd betwist dat de commerciële afspraken met tabaksspeciaalzaken en supermarkten, die sinds jaar en dag gebruikelijk zijn in de markt, reclame zijn. Wij brengen onze producten op de markt in overeenstemming met alle geldende wet- en regelgeving.”
Het ministerie van Volksgezondheid is „natuurlijk teleurgesteld, maar we gaan het vonnis nu goed bestuderen en ons beraden op de uitspraak”.