Meditatie: Door de Geest gedreven
2 Petrus 1:21
„Want de profetie is voortijds niet voortgebracht door de wil eens mensen, maar de heilige mensen Gods, van de Heiligen Geest gedreven zijnde, hebben ze gesproken.”
De pennen die de Heilige Geest begeleidde om op te schrijven wat Hij ingaf, werden alle door Joodse vingers vastgehouden. De handen die aan het werk werden gezet om dat onvergelijkbare zwaard van de Heilige Geest te smeden, waren Joodse handen. Iedere keer dat we de Bijbel, dat wonderbaarlijk boekwerk, ter hand nemen, een werk waarvan geen ongelovige het bestaan en het wezen kan verklaren, een werk waaruit we telkens weer lering, verbetering en terechtwijzing ontvangen, dat werk kwam deels voort uit het Joods verstand. De tekst waaruit we heden nog leven, de tekst waaraan we zullen vasthouden op weg naar de dood, de tekst die ons een staf zal zijn als we moeten afdalen naar de doodsrivier, diezelfde tekst werd allereerst zwart op wit gezet door Joden. Welnu, is dat niet iets groots?
Aan wie danken we de eerste Evangelieverkondiging? Wie waren de eersten om uit te gaan in de wereld en om de onnaspeurlijke rijkdommen van Christus aan de heidenen te verkondigen? Opnieuw zeg ik: het waren allen Joden. De mannen de in het begin de wereld omkeerden en de heidense tempels van hun aanbidders beroofden, en bovendien de filosofen van Griekenland de mond snoerden, en koningen en heersers op hun zetels deden beven, en die de Naam van de gekruisigde Jezus van Nazareth meer invloed deden hebben dan de keizers: het waren kinderen van Israël.
J.C. Ryle, bisschop te Liverpool
(”Preek over Romeinen 11:26”, 1867)