Recensie cd: Zuzana Ferjenčíková speelt Liszt en Guillou
Zoals Jean Guillou (1930-2019) een figuurlijke reïncarnatie leek van Franz Liszt, zo identificeert Zuzana Ferjenčíková zich in grote mate met haar leermeester Guillou. Dat bewijst deze fraai vormgegeven productie, een dubbel-cd met vijf transcripties van Liszt-werken en vijf eigen composities van Guillou, uiteraard opgenomen in de St. Eustache in Parijs.
Sleutel tot het verstaan van deze muziek is een uitspraak van Guillou over Liszt. Die zou ervan overtuigd zijn geweest dat in het genre van het symfonisch gedicht het poëtische idee als startpunt de componist toestaat aan expressie voorrang te geven boven vorm. Dat principe is herkenbaar in alle werken op één na, de Fantasie en fuga over B-A-C-H, waarbij Guillou de stoere orgelversie combineerde met de veel virtuozere pianoversie.
In zijn orgelvertalingen van Liszts ”Orpheus”, ”Prometheus” en ”Tasso” hoor je veel Guillou-kenmerken. Op de bizarre grilligheid van registratie, tempo en articulatie is het woord ”grotesk” voluit van toepassing. Guillous aanpak doet denken aan de culinaire trend van deconstructie: je presenteert geen compleet gerecht, maar serveert op fraaie wijze de losse ingrediënten.
Ook Guillou laat zich in z’n werken –”Temora”, ”Pensieri”, ”Regard”, ”Éloge”, ”La Chapelle des abîmes”– inspireren door buitenmuzikale verhalen. Er zijn veel herkenbare patronen: staccatissimo-akkoorden, contrasterende hoge vulstemmen en lage tongwerken, razendsnelle crescendi en decrescendi. Meest geslaagd, want met langere lijnen, is ”Éloge I”, naar een tekst van Saint-John Perse. Het orgel van Van den Heuvel wordt tot het uiterste getart, maar doorstaat dat glansrijk.
Symphonic Poems – Jean Guillou organ works, vol. 1, Zuzana Ferjenčíková, Van den Heuvel organ Saint-Eustache, Paris; Aeolus (AE11391); 2-cd; € 26,99; meer informatie: www.aeolus-music.com