Meditatie: Benauwde tijd
Daniël 12:1b
„Als het zulk een tijd der benauwdheid zijn zal, als er niet geweest is sinds dat er een volk geweest is tot op dienzelven tijd toe; en te dien tijde zal uw volk verlost worden, al wie gevonden wordt geschreven te zijn in het boek.”
Als ik met de grootste voorzichtigheid een mening naar voren mag brengen, dan komt het mij voor dat de Schrift aangeeft dat Israëls bekering niet zal plaatshebben zonder een zeer grote bezoeking, een die zeker veel groter was dan degene die voorafging aan hun verlossing uit Egypte. Ik zie veel in de woorden van Daniël: „Als het zulk een tijd der benauwdheid zijn zal, als er niet geweest is sinds dat er een volk geweest is tot op dienzelven tijd toe; en te díén tijde zal uw volk verlost worden, al wie gevonden wordt geschreven te zijn in het boek” (Daniël 12:1). Ik geloof dat de woorden van Zacharia nog vervuld moeten worden: „En het zal geschieden in het ganse land, spreekt de Heere, de twee delen daarin zullen uitgeroeid worden en de geest geven, maar het derde deel zal daarin overblijven. En Ik zal dat derde deel in het vuur brengen, en Ik zal het louteren gelijk men zilver loutert, en Ik zal het beproeven gelijk men goud beproeft; het zal Mijn Naam aanroepen en Ik zal het verhoren; Ik zal zeggen: Het is Mijn volk; en het zal zeggen: De Heere is mijn God” (Zacharia 13:8,9).
Toch geef ik volmondig toe dat dit diepe verborgenheden zijn. Het zij u en mij voldoende te weten dat Israël teruggebracht zal worden, en bekeerd en gered zal worden.
J.C. Ryle, bisschop te Liverpool
(”Preek over Romeinen 11:26”, 1867)