Opinie

Borssele en Kyoto

16 February 2005 10:59Gewijzigd op 14 November 2020 02:14

Met de uitspraken van minister Bot en staatssecretaris Van Geel is de discussie over de kerncentrale Borssele opnieuw opgelaaid. Tien jaar geleden besloot een kamermeerderheid dat Borssele vóór 2004 gesloten moest zijn. Onder Balkenende kreeg de centrale uitstel tot 2013.Het duurt nog even voor het zover is. Toch weerklinken nu al pleidooien voor een langer openhouden. Dat heeft te maken met een heroriëntatie ten aanzien van kernenergie, met name in de kring van het CDA.

De VVD was altijd pro kernenergie. De kleinste regeringspartner, D66, houdt nu echter de boot af, al denkt partijgenoot Brinkhorst als minister van Economische Zaken er anders over. Waarschijnlijk zal dat betekenen dat de beslissing doorgeschoven wordt naar een volgend kabinet.

Kerncentrales leveren onmiskenbaar forse risico’s op. Wellicht is de bijna-ramp in het Amerikaanse Harrisburg al zowat vergeten, maar de ramp in Tsjernobil is dat nog niet. Kernenergie kreeg daardoor, zeker bij het grote publiek, een nog negatiever imago dan ze voordien al had.

Maar dat moet ons niet doen vergeten dat kernenergie ook grote voordelen heeft. Een kerncentrale is een schoon bedrijf, al is er wel een afvalprobleem. Maar anders dan bij conventionele centrales is er geen uitstoot van broeikasgassen. En dat is een zaak van groot gewicht.

Juist vandaag treedt het Kyoto-klimaatprotocol in werking, dat gericht is op de beperking van de uitstoot van schadelijke broeikasgassen. Voor Nederland gaat het om een vermindering van 6 procent per jaar. Dat is niet makkelijk te realiseren.

Daarbij komt dat de Verenigde Staten onder Bush zijn afgehaakt. En opkomende industrielanden als China en India zijn voorlopig vrijgesteld van deze milieuverplichting, die hun economische groei zou belemmeren. Maar juist van deze landen met hun geweldige inwonersaantallen geldt dat men vanuit milieuoogpunt met vrees en beven de tijd tegemoet ziet dat zij op een westers welvaartsniveau zijn gekomen.

Het is daarom de vraag of het verstandig is om kernenergie helemaal in de ban te doen. De exploitatie van duurzame energiebronnen (zon en wind) is nog geen daverend succes. Tegen de plaatsing van steeds meer windmolens wordt horizonvervuiling als bezwaar aangevoerd. Zeker in het dichtbevolkte Nederland is dat niet zonder grond.

Daarbij komt dat wat aan de ene kant bereikt wordt aan energiebesparing, aan de andere kant gemakkelijk weer verloren gaat. Bijvoorbeeld door de toename van elektronische apparatuur. Zo is alleen al het elektriciteitsverbruik door het stand-by laten zijn van allerlei apparaten, een factor van betekenis.

Dat neemt niet weg dat er op dit front nog wel het een en ander te bereiken is. Vliegtuigen zijn grootverbruikers van energie en de luchtvaart vertoont weer een behoorlijke groei. Toch is kerosine, anders dan autobrandstof, onbelast. Het vliegverkeer is zelfs vrijgesteld van BTW.

Binnen Europa is inmiddels de discussie op gang gekomen om aan die uitzonderingspositie een eind te maken. De invoering van een heffing op kerosine komt morgen aan de orde op een vergadering van de Europese ministers van Financiën. Hopelijk leidt dat ergens toe.

In dat heel gecompliceerde krachtenveld van milieubeleid en energiebesparing is het niet verstandig om kernenergie helemaal af te schrijven. Als het gaat om calamiteiten is een kerncentrale riskanter dan een conventionele centrale. Niet voor niets bouwt men kerncentrales bij voorkeur in afgelegen, dunbevolkte gebieden. Dat gezichtspunt alleen al maakt duidelijk dat er in Nederland niet veel mogelijkheden zijn voor nieuwe kerncentrales. Maar laat Borssele maar langer openblijven.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer