Landen tekenen in Den Haag verdrag over opsporen oorlogsmisdaden
In het Vredespaleis in Den Haag hebben 32 landen het nieuwe verdrag van Ljubljana - Den Haag getekend tegen internationale oorlogsmisdaden. Daarmee moet het makkelijker worden voor landen om samen te werken aan de opsporing, vervolging en uitlevering van mensen die worden beschuldigd van genocide, oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid.
Het is de bedoeling dat dergelijke misdaden niet meer onbestraft kunnen blijven. „De strijd tegen straffeloosheid is essentieel voor vrede, stabiliteit, rechtvaardigheid en de rechtsstaat”, staat in het verdrag.
Namens Nederland tekende woensdag staatssecretaris Van der Burg. De Nederlandse regering maakt zich al jaren hard voor een nieuwe conventie en nam in 2011 samen met Slovenië en België het initiatief om het verdrag op te zetten. Volgens Van der Burg waren de huidige afspraken over rechtshulp en uitleveringen „onvolledig en verouderd” en moest er dus een nieuwe effectievere overeenkomst komen. Landen moeten samenwerken om „de meest gruwelijke misdaden van de mensheid niet onbestraft te laten”. De verantwoordelijkheid voor de vervolging van daders blijft echter bij de nationale rechtbanken.
De Argentijnse Silvia Fernández de Gurmendi, voorzitter van de conferentie, zegt dat het verdrag moet worden gezien als een „praktische gereedschapskist” voor aanklagers. Ze zegt dat de afspraken niet in de plaats komen van bijvoorbeeld het Internationale Strafhof, maar daar complementair aan zijn. Het kan bijvoorbeeld voorkomen dat een misdaad in het ene land is gepleegd, het slachtoffer in een ander land woont en de dader in een derde land verblijft. Dan kan het nodig zijn dat landen samenwerken om bewijs uit te wisselen. Dat was in het verleden moeizaam, maar moet vanaf nu soepeler verlopen.
Afgelopen mei werden bijna tachtig landen het al eens over de tekst van het verdrag, dat nu ceremonieel ondertekend is door een groep van 32. De rest van de landen was niet vertegenwoordigd in Den Haag en tekent dus later. Onder de ondertekenaars waren onder meer landen uit de Europese Unie, Oekraïne en het Verenigd Koninkrijk. De Verenigde Staten, Rusland en China doen niet mee aan het verdrag. Fernández is tevreden met het aantal landen dat nu getekend heeft, maar hoopt dat zoveel mogelijk landen zich snel zullen aansluiten. „We moeten geduld hebben.”