Meditatie: Bijzondere beloften
Zacharia 12:10a.
„Doch over het huis Davids, en over de inwoners van Jeruzalem, zal ik uitstorten de Geest der genade en der gebeden; en zij zullen Mij aanschouwen, Die zij doorstoken hebben, en zij zullen over Hem rouwklagen, als met de rouwklage over een enige zoon.”
In die dagen „zal er een fontein geopend zijn voor het huis Davids, en voor de inwoners van Jeruzalem, tegen de zonde en tegen de onreinigheid” (Zacharia 13:1). Ik dring er bij u op aan om in herinnering te houden dat de primaire toepassing van deze profetieën van Zacharia letterlijk voor de Joden geldt. Lees en overdenk vooral wat God in Ezechiël 36:24-38 tot Israël spreekt. Opnieuw herinner ik u eraan dat deze wonderlijke passage in de eerste plaats op de Joden van toepassing is. Ongetwijfeld is het de Kerk van Christus toegestaan er een geestelijke toepassing uit te verkrijgen. Laten we echter nooit vergeten dat de Heilige Geest het allereerst liet optekenen ten bate van Israël.
De tijd zou me ontbreken om alle Schriftgedeelten aan te halen waarin de toekomstverwachting van Israël geopenbaard wordt. Jesaja, Jeremia, Ezechiël, Hosea, Joël, Amos, Obadja, Micha, Zefánja, Zacharia: zij allen verklaren dezelfde dingen. Zij allen voorspellen met meer of mindere stelligheid dat aan het einde van deze bedeling de Joden naar hun eigen land zullen terugkeren en in de gunst des Heeren hersteld zullen worden. Ik ben niet onfeilbaar in de interpretatie van de Heilige Schrift. Ik kan alleen zeggen dat de toekomstige redding van Israël als volk, hun terugkeer naar Palestina en hun algemene bekering tot God net zo duidelijk staan beschreven in Gods Woord als iedere andere voorzegging.
J.C. Ryle, bisschop te Liverpool
(”Preek over Romeinen 11:26”, 1867)