Green: „Relativisme heeft grote gevolgen”
Michael Green, een bekende Engelse theoloog die zich onder meer bezighoudt met apologetiek, keerde zich dinsdag sterk tegen het relativisme, dat als enige waarheid erkent dat er geen waarheid is. Hij gaf een openbaar college aan de Vrije Universiteit (VU) in Amsterdam, op uitnodiging van het Evangelisch Werkverband (EW).
Het college was georganiseerd door het evangelische studiecentrum Center of Evangelical and Reformation Theology (CERT).
Michael Green heeft veel televisieprogramma’s en boeken op zijn naam staan, zoals ”Kom nou, dat meen je niet”. In dit boek gaat hij in op allerlei verontschuldigingen waarmee mensen zich het christelijk geloof van het lijf proberen te houden. De Brit kwam zelf in zijn jonge jaren op de universiteit als atheïstisch student filosofie, maar „hij moest buigen voor Jezus Christus.”
Hij doceerde onder andere in Cambridge en het Canadese Vancouver. Nu is hij verbonden aan Wycliffe Hall in Oxford, waar hij les geeft in de vakken Nieuwe Testament en missiologie. Tijdens een van zijn spreekbeurten kwam Alister McGrath, nu een vooraanstaand evangelicaal theoloog, tot verandering.
Green benadrukte dinsdag dat apologetiek nuttig is in de omgang met niet-christenen. „Het helpt om barrières weg te halen en de geloofwaardigheid van het christelijk geloof te laten zien. In Engeland worden bijeenkomsten gehouden ter verdediging van het christelijk geloof, waar veel jonge intellectuelen aan deelnemen die voelen dat ze iets missen.”
De Engelse theoloog vindt het belangrijk dat christenen zich niet schamen voor het Evangelie, omdat het een blijde boodschap is voor iedereen. Nuttig vindt hij het om het relativisme te relativeren. „De moraal kan toch niet relatief zijn? De Britten in India weigerden op zeker moment weduwenverbranding door hindoes goed te keuren. Wat vindt een relativist daarvan? Als hij het verbod afkeurt, krijgt hij commentaar van zijn omgeving omdat hij onmenselijk is. Keurt hij het goed, dan kun je je afvragen wie de normen moet vaststellen, de Engelsen of de Indiase bevolking.
Het relativisme heeft intussen wel grote gevolgen, constateerde Green. Mensen vragen zich af waarvoor ze leven, de maatschappij weet niet meer wat de kinderen moeten leren. „Het schip van staat richt zich dan niet op de Poolster, maar vaart waarheen de wind waait.”
Vervolgens zette de hoogleraar het mes in het religieuze pluralisme, de opvatting dat alle godsdiensten gelijkwaardig zijn. Hij verwees naar de wereld van het Oude Testament, waarin ook veel godsdiensten voorkwamen, maar waarin het joodse volk bleef bij de ene Naam. In de tijd van het Nieuwe Testament waren er veel goden in het Romeinse rijk. De macht werd niet bijeengehouden door een godsdienst maar door de persoon van de keizer, die als een god werd vereerd. De christenen deden daaraan niet mee, want zij hadden een exclusieve godsdienst.
In de optiek van Green is religieus pluralisme onzin. „Dat is westerse arrogantie. Velen in de wereld denken er anders over. Wie opent de ogen van de westerse vrijdenkers? Hoe kan een monotheïstische godsdienst nu bestaan naast het meergodendom?” Ook ziet hij dat pluralisme leidt tot morele anarchie, waarbij iedereen doet wat hij wil. Religieus pluralisme houdt naar zijn mening uiteindelijk de vernietiging van het christendom in.
De Engelsman ging ook in op de kritiek die er is op de historische betrouwbaarheid van de Bijbel, waarbij hij concreet de opstanding van Jezus Christus noemde. „Het historische scepticisme ontkent het joodse getuigenis van het Nieuwe Testament, het oordeel van veel vroegere historici en de verhalen van veel ooggetuigen die Jezus gezien hebben na Zijn opstanding. Het historische scepticisme splitst mensen op in een deel dat de Bijbel gelooft en in een deel dat de Bijbel niet gelooft.”
Green vroeg zich af hoe christenen het hoofd omhoog gericht kunnen houden bij al deze stromingen in de maatschappij. Daarbij benadrukte hij dat het geloof in de bijbelse feiten belangrijk is. „Jezus is gestorven en opgestaan. Daarin ligt het geloof.”
Verder meent hij dat rationeel nadenken kan helpen. „Het christelijk geloof is een samenhangend geheel. Het geeft antwoord op de diepste vragen die mensen hebben. God kan met zondaren omgaan doordat Hij Zijn Zoon heeft gezonden. Dat opent de ogen voor schoonheid, geloof en liefde, die in de maatschappij van belang zijn.”
Ten slotte wees Green op de blijvende verandering die christenen ondergaan. „Mensen gaan van de leugen naar de waarheid. Ze komen van zonde naar liefde. Ze veranderen van egoïsten in hulpvaardige mensen. Het geloof in de Heere Jezus Christus drijft hen.”