Kamer: onderzoek permanent stationeren militairen in Oost-Europa
De Tweede Kamer wil dat het kabinet onderzoek doet naar het permanent stationeren van Nederlandse militairen in het oosten van Europa. Sinds 2017 zijn al Nederlandse militairen in Litouwen, maar die taak wordt uitgevoerd door verschillende eenheden.
Een zeer ruime meerderheid schaarde zich achter de motie van BBB en SGP die oproept tot de verkenning. Volgens de motie is er „een grote behoefte aan een permanente aanwezigheid van bondgenoten in de Baltische staten en Polen om Rusland af te schrikken”. Ook is er in Nederland te weinig ruimte om te oefenen.
Duitsland kondigde in december aan een volledige brigade permanent in Litouwen te willen stationeren. Daarvoor moet nog veel gebeuren zoals de bouw van huizen, scholen en infrastructuur. In 2027 moet de brigade volledig operationeel zijn. Het gaat om ongeveer 5000 mannen en vrouwen.
De NAVO heeft haar oostflank de afgelopen jaren, vooral na de Russische invasie in Oekraïne, versterkt. De maximaal 350 Nederlandse militairen in Litouwen maken deel uit van de Enhanced Forward Presence-battlegroups van de NAVO. Die staat onder leiding van de Duitsers en is gestationeerd in Rukla.
Of uiteindelijk Nederlandse militairen permanent in het oosten worden gevestigd hangt af van de NAVO. Het bondgenootschap is bezig met de uitwerking van nieuwe regionale plannen. Dat Duitsland al weet dat het troepen blijvend in Litouwen gaat vestigen, komt omdat beide landen daarover een bilateraal akkoord hebben gesloten.
In de Koude Oorlog waren Nederlandse militairen wel permanent in het buitenland gestationeerd. De laatste Nederlandse kazerne in het buitenland lag in het Duitse Seedorf met de 41e Gemechaniseerde Brigade. Die werd in 2006 opgeheven. In Seedorf waren sinds 1963 voortdurend Nederlandse militairen gelegerd.