Volgens justitie is er sprake van zogeheten kindermishandeling door falsificatie. Het gaat daarbij in dit geval om het veroorzaken of verergeren van ziekte bij het kind. De zaak tegen V. is zeer complex, het onderzoek loopt al jaren. V. is zelf arts. Omdat zij ontkent, zijn haar motieven duister gebleven.

Het gaat om kinderen die zijn geboren in 2016 en 2020. Eerdere vermoedens van deze bijzondere vorm van kindermishandeling (ten aanzien van het in 2016 geboren jongetje) bleven zonder gevolg. Toen ook het in 2020 geboren meisje ernstig ziek werd, kwam het gezin opnieuw in het vizier en grepen politie en justitie uiteindelijk in, met de huidige strafzaak als gevolg.

Het veel te vroeg geboren meisje zou zeer ernstig ziek zijn geworden doordat V. haar aan het ziekenhuis afgegeven moedermelk stelselmatig en met vooropgezet plan zou hebben verdund en vergiftigd met een diarreeremmer. V. slikte dit middel (loperamide) in verband met een chronische darmaandoening. Zij meent dat het medicijn door haar eigen inname in de moedermelk is terechtgekomen.

Het jongetje, eveneens te vroeg geboren, had een groeiachterstand en hevige darmproblemen. Hij werd veelvuldig opgenomen in het ziekenhuis en is een aantal malen geopereerd. V. zou jarenlang verkeerde informatie hebben gegeven, waardoor er tal van onnodige, ingrijpende medische handelingen bij het kind werden uitgevoerd.

V. werd begin januari 2021 gearresteerd, zat een maand vast en kwam onder strenge voorwaarden op vrije voeten. Zij heeft wel omgang met haar kinderen, maar mag niet bij hen wonen. Volgens haar advocaten hebben deze voorwaarden en het langdurige onderzoek „zeer ingrijpende gevolgen” gehad voor V., haar echtgenoot en hun drie kinderen. „De schade is al onherstelbaar.” V. heeft volgens hen „in alle opzichten aan het onderzoek meegewerkt”.

De laatste zittingsdag in het proces is op 13 februari, voor onder meer het laatste woord van de verdachte. De rechtbank wil op 19 maart uitspraak doen.