Cultuur & boeken

Misverstanden over de middeleeuwen rechtgezet

De clichés over de middeleeuwen zijn hardnekkig: het was een tijd van kruistochten, pest, lijfeigenschap en standen, van kastelen, kathedralen, prinsen en prinsessen en riddertoernooien.

Dr. R.P. de Graaf
9 February 2024 10:52Gewijzigd op 9 February 2024 10:59
ij Crécy in de Honderdjarige Oorlog; 15e-eeuws manuscript van de Kronieken van Jean Froissart. beeld Wikipedia
ij Crécy in de Honderdjarige Oorlog; 15e-eeuws manuscript van de Kronieken van Jean Froissart. beeld Wikipedia

Met deze opsomming opent de bundel ”Middeleeuwse medemensen. De clichés over de donkere eeuwen voorbij” onder redactie van Jonas Roelens en Nathan van Kleij. Beiden zijn jonge aan universiteiten verbonden historici, die samen met hun acht even jonge collega’s afrekenen met zwart-witideeën die leven over de middeleeuwen, zoals het idee dat de middeleeuwen gewelddadig, vies, vrouwonvriendelijk en onwetenschappelijk zouden zijn geweest.

20067322.JPG

Wat doen de auteurs niet? Goed uitleggen waar die clichés precies vandaan komen, sinds wanneer ze in Nederland en België zijn opgedoken en wie ze de wereld in hebben geholpen. Wel geven de auteurs in het algemeen aan dat het heersende beeld over de middeleeuwen in de negentiende eeuw werd gevormd, vooral onder invloed van ”Die Kultur der Renaissance in Italien” (1860) van de Zwitserse cultuur- en kunsthistoricus Jacob Burckhardt. Volgens hem was die renaissance een verademing na de duistere middeleeuwen.

Bijzonder is dat deze diskwalificatie van de middeleeuwen in Nederland snel werd overgenomen, omdat vooral protestanten terugkeken op de middeleeuwen als een in religieus opzicht duistere periode. Nogal een verschil met bijvoorbeeld de opvattingen in Vlaanderen en Brabant waar men deze zelfde periode juist bijzonder geslaagd vond qua kerk, cultuur, handel en nijverheid.

Heksenvervolging

Is wat de auteurs doen nieuw? Nee, het bouwt voort op ”De ontdekking van de middeleeuwen” van Peter Raedts waar het gaat om de constructie van het middeleeuwenbeeld. Qua methodiek lijkt het op een voortzetting van wat de Franse historicus Régine Pernoud al in 1977 begon met haar fameuze ”Pour en finir avec le Moyen Age” (”Om een einde te maken aan de middeleeuwen”). Pernoud liet bijvoorbeeld zien dat wat ”de middeleeuwers” werd verweten, zoals heksenvervolging of dat ze dachten dat de zon draaide om een stilstaande aarde, helemaal niet middeleeuws zijn, maar zaken waren die in de 16e en 17e eeuw speelden. En ze keek naar wat het begrip ”feodaal” wel en niet inhield.

Wat doen de auteurs wel? Ze geven in elk hoofdstuk eerst het cliché weer, bijvoorbeeld door te wijzen op de manier waarop de middeleeuwen worden getoond in een populair spel als ”Game of Thrones” of op negentiende-eeuwse romantische schilderijen. Dan volgt een keurige wetenschappelijke analyse van de meest recente historische inzichten op dit punt en dan blijkt het in elk hoofdstuk reuze mee te vallen met de middeleeuwen.

Deze aanpak levert allerlei interessante feiten op. Als alternatief voor een doodvonnis kon iemand met zijn oor aan een schandpaal worden gespijkerd, waar hij zich moest zien te bevrijden en zodat hij zich uit de voeten kon maken. Het bestrijden van de pest leek erg veel op wat wij bij de aanpak van covid ”social distancing” noemden, het vermijden van onderling contact. In bad gaan was in de middeleeuwen vooral een sociaal gebeuren. De drie standen (zij die bidden, zij die vechten en zij die werken) waren in werkelijkheid tamelijk gelaagd en niet scherp begrensd. Kuisheidsgordels? Onzin uit later tijd.

Soms schiet een bijdrage tekort, zoals de analyse van de toenmalige oorlogvoering en soms is de tekst niet duidelijk, bijvoorbeeld als wordt gesproken over die „gouden tijd”. Ik heb geen idee wat ermee wordt bedoeld.

Dat het boek geen intrigerend beeld oplevert van wat de middeleeuwen nu wél waren is geen verwijt, want daarvoor is het onderwerp nu eenmaal te veelomvattend.

Beleving

”Op reis in de middeleeuwen. De wereld door de ogen van pelgrims, handelaren en spionnen”, van de Engelse hoogleraar Anthony Bale behoort tot de leukste boeken die ik over de middeleeuwen heb gelezen. Het is een boek waarin de beleving centraal staat.

20067321.JPG

Wat Bale doet is uit alle overgebleven reisverslagen uit ongeveer 1300 en 1500 een soort tijdreis construeren, waardoor de lezer als het ware mee op reis gaat. Van Aken naar Bolzano, via Venetië naar Rome. Dan via Cyprus en Constantinopel naar Israël en vandaar naar Noord-Afrika, India en China en dan terug. Het leek mij aanvankelijk wat gekunsteld, maar dat is het niet. En dat komt vooral door de sterke schrijfstijl.

Het boek is voor reislustige lezers een feest van herkenning: dat eindeloze wachten, het weer dat tegen zit, de schaamteloze afpersing door chauffeurs en het feit dat iedereen aan de toerist wil verdienen. Bale schrijft bijzonder realistisch: „Een overnachting in een luxe herberg in Ulm ging vergezeld van hinnikende paarden en stampende hoeven op de binnenhof. Kabaal uit de naburige dranklokalen hield tot laat aan, waarna in alle vroegte de bedrijvigheid in de nabijgelegen visserswoningen begon. Wachters op de stadsmuren riepen heel de nacht de uren om. Een vriendelijke hond in de binnenhof smeekte jankend om gezelschap. Roeken krijsten tot na middernacht. Gasten moesten hun slaapvertrekken vaak delen met allerlei springend en kruipend ongedierte.”

Stoelgang

Anders dan veel huidige, gaven middeleeuwse reisgidsen ook allerlei tips over de stoelgang. De meest bizarre zaken komen voorbij.

Dat Bale zelf de plekken heeft bezocht die hij beschrijft, levert tijdloze geschiedenis op. Zijn weergave van delen van Rome, dus bezien door middeleeuwse ogen, is nog heel herkenbaar. Zelfs de beschrijving van pelgrims die op weg naar Egypte Gaza aandeden past bij de situatie van dit moment: een „landschap van kapotte onbewoonbare huizen”.

In Egypte zochten pelgrims de plek op waar Jozef en Maria met Jezus zouden hebben gewoond. En ze zagen de piramiden, waarvan sommigen meenden dat het de graanschuren van die andere Jozef waren geweest.

Soms zou Bale zijn bronnen wat kritischer mogen benaderen. Dat op één dag in het jaar 1496 maar liefst „zo’n 142.000 pelgrims” door de stad Aken trokken is fysiek onmogelijk. In zijn beschrijving van Rome ontbreekt de zogeheten trap van Pilatus en doet hij het belang van de Sint-Jan van Lateranenkerk ten opzichte van de latere Sint-Pietersbasiliek tekort. Om het boek te kunnen volgen is het niet nodig om veel van de middeleeuwen af te weten. Het boek is zelfs leuk voor niet-reislustige lezers.

Boekgegevens

”Middeleeuwse medemensen. De clichés over de donkere eeuwen voorbij”, Jonas Roelens en Nathan van Kleij (red.); uitg. Ertsberg; 338 blz.; € 29,50;

”Op reis in de Middeleeuwen. De wereld door de ogen van pelgrims, handelaren en spionnen”, Anthony Bale; uitg. Balans; 384 blz.; € 29,95

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer