Geen uitstel voor VUT–ingreep
De voorgenomen ingreep in VUT en prepensioen gaat waarschijnlijk gewoon per 1 januari volgend jaar in, zoals het kabinet gepland had. De Eerste Kamer drong dinsdag aan op uitstel met een jaar, maar de regeringsfracties bonden in na een handreiking van minister De Geus van Sociale Zaken. De bewindsman zegde toe dat de invoeringsdatum alsnog kan verschuiven als in september de voorbereidingstijd te krap blijkt.
De maatregel houdt in dat de premies voor VUT en prepensioen met ingang van volgend jaar niet meer fiscaal aftrekbaar zijn, behalve voor werknemers die dit jaar 55 jaar of ouder zijn. Het kabinet wil hiermee bevorderen dat mensen langer aan de slag blijven.
Volgens pensioenfondsen, verzekeraars en vakbonden is het echter vrijwel onmogelijk om de huidige pensioenregelingen vóór 1 januari aan te passen aan de nieuwe wetgeving. Daardoor zouden werknemers en pensioenuitvoerders met forse belastingclaims te maken kunnen krijgen over hun opgebouwde pensioen.
De Geus gaf in de Eerste Kamer toe dat het „tijdschema ambitieus is", maar hij gelooft „in alle oprechtheid" dat het wel haalbaar is. Hij onderstreepte dat hij samen met staatssecretaris Wijn van Financiën politiek verantwoordelijk is voor een goede uitvoering van de nieuwe wet. „Niemand zit te wachten op chaos in de uitvoering".
Volgens De Geus is speculeren over uitstel niet verstandig. Hij noemde het belangrijk dat er druk op de ketel blijft, zodat werkgevers en vakbonden haast maken met het aanpassen van de pensioenregelingen.
De ingreep in VUT en prepensioen is een speerpunt van het regeerakkoord. De Geus sprak dinsdag van „een van de bouwstenen van de hervormingsagenda van het kabinet". De plannen veroorzaakten vorig jaar grote maatschappelijke onrust en een scherp conflict tussen regering en vakbeweging. Na een massale demonstratie in Amsterdam in oktober sloot het kabinet een akkoord met de sociale partners, waarbij de ingreep werd verzacht.
Een van de tegemoetkomingen betrof een ruimere mogelijkheid voor verlofsparen via de levensloopregeling, die ook per 1 januari van kracht wordt. Werknemers kunnen met deze regeling fiscaal vriendelijk sparen voor allerlei vormen van verlof. Ze kunnen dat ook inzetten om enkele jaren voor hun 65e te stoppen met werken.