Voorgangers reageren op verklaring ”Rome-Reformatie nú”: „Goed dat deze stem in kerkelijk Nederland klinkt”
De Rooms-Katholieke Kerk en de protestantse kerken mogen niet langer gescheiden optrekken, vindt een groep Nederlandse theologen. Twee predikanten en een bisschop reageren op de woensdag verschenen verklaring ”Rome-Reformatie nú”.
Goed dat deze stem in kerkelijk Nederland klinkt, vindt ds. L.J. Geluk. „Hebben wij ons niet al te gemakkelijk neergelegd bij het feit dat de christenheid zó verscheurd en verbrokkeld is? Dan kan deze oproep ons wakker maken.”
Als oud-voorzitter van de inmiddels opgeheven vereniging Protestants Nederland hield de hervormde emeritus predikant zich jarenlang bezig met de verhouding tussen Rome en Reformatie. Nu rooms-katholieke en protestantse theologen voor een verenigde kerk pleiten, vindt hij het belangrijk om te onderstrepen dat het „geen ogenblik” de bedoeling van de Duitse reformator Maarten Luther was om uit de Katholieke Kerk te treden. Integendeel: „Hij werd in 1520 uit de kerk gegooid en in datzelfde spoor verklaarde de keizer hem vogelvrij. Ook de andere reformatoren wilden geen kerkscheuring. Maar Rome zei ”nee” tegen het herontdekte Evangelie en ”ja” tegen wantoestanden als het verkopen van aflaten en kerkelijke ambten.”
Ds. Geluk wijst erop dat de Rooms-Katholieke Kerk sindsdien wel is veranderd. Zo bestreed het Concilie van Trente (1545-1563) een aantal misstanden in de kerk en stelde het Eerste Vaticaans Concilie in 1870 verder orde op zaken. „Maar daar werden ook dogma’s afgekondigd: dat Maria lichamelijk ten hemel is opgenomen en dat de paus onfeilbaar is wanneer hij leeruitspraken doet. In de vorige eeuw kwam echter ook een ongedachte kentering door heroriëntatie op de Bijbel en zijn boodschap, waarvan het driedelige werk van Joseph Ratzinger –paus Benedictus XVI– over Jezus een voorbeeld is. Tegelijk staat in landen die overwegend rooms-katholiek zijn gebleven de volksvroomheid ver van de protestantse vroomheid af.”
De emeritus predikant denkt „met schaamte” aan de „hopeloze” verdeeldheid in protestantse kring. „Soms dreigt weer een nieuwe scheuring en hebben de ambtelijke vergaderingen er de handen vol aan om de eenheid te bewaren. In meerdere kerkverbanden is de voorganger van de ene gemeente niet welkom in een andere gemeente. Is er dan eenheid?” Hij hoopt dat de verklaring ”Rome-Reformatie nú” een „sterke aansporing” zal zijn om de eenheid in eigen gelederen te bewaren „én indringend om te zien naar contacten met confessionele verwanten”.
De kerkelijke verdeeldheid roept bij niet-christenen „meewarigheid en spot” op, denkt ds. Geluk. Ondertussen laten steeds meer mensen hun naam uit de kerkregisters schrappen. „Maar de verdeeldheid is vooral een grote schuld voor God. Hij ziet hoe het Lichaam van Zijn Zoon is verscheurd. Wat een pijn voor Christus, dat Zijn lichaam er zó aan toe is, terwijl wij deze verdeeldheid jaar en dag laten doorgaan of nog erger maken.”
Zelf eenheid maken is „mensenwerk”, aldus ds. Geluk. „Daar komen brokken van. Maar we worden wel aangespoord tot verootmoediging voor God, tot schuldbelijdenis en gebed. Wie weet, God mocht Zich wenden ten goede. Wanneer Zijn Geest gaat waaien, zou men dan niet ophouden elkaar te veroordelen? Zou men dan niet de eenheid zoeken met hen die dichtbij zijn? En zou men dan niet over de kerkmuren heen gaan kijken, elkaar zoeken en herkennen? Het gebed van Christus om de eenheid van de Zijnen blijft gelden. De nood van deze tijd dringt. Er staat een zware tijd voor de deur. En de dag van Christus is niet ver meer.”
Herders in de kerk
De Reformatie van vandaag is het herstel van zichtbare christelijke eenheid, zegt mgr. dr. J.H.J. van den Hende, bisschop van Rotterdam en referent oecumene van de Nederlandse Bisschoppenconferentie. Hij ziet de tekst van de verklaring als een stimulans voor de voortgang van de oecumene, met name in de dialoog tussen de Rooms-Katholieke Kerk en de kerken en gemeenschappen van de Reformatie. Die is in lijn met het Tweede Vaticaans Concilie, dat in de jaren zestig een sterk pleidooi hield voor de oecumenische dialoog tussen christenen. „In Nederland en wereldwijd is in het kader van de oecumene veel ondernomen in gesprek en door toenadering. Zo is er wederzijdse erkenning bereikt met betrekking tot het sacrament van de doop. Naast de dialoog van rooms-katholieken met reformatorische christenen is de Rooms-Katholieke Kerk ook in gesprek met de orthodoxe kerken.”
De verklaring ”Rome-Reformatie nú” benadrukt ook dat verdeeldheid en gebrek aan eenheid schadelijk zijn voor het christelijk leven en het getuigenis van christenen in de wereld van vandaag. „Wanneer we elkaar als christenen zouden bestrijden in plaats van elkaar waarderen als broeders en zusters, dan is dat een zonde”, aldus de Rotterdamse bisschop. „De oecumenische dialoog is bovendien niet vrijblijvend, want in het Evangelie is eenheid het verlangen en gebed van Christus Zelf. Omwille van de waarheid die Christus is, kan er geen sprake zijn van berusting waar het gaat om de grote en kleine verschillen die verdeeldheid onder christenen veroorzaken, maar is zorgvuldige onderscheiding nodig. Met op de eerste plaats voortdurend gebed om uiteindelijk te komen tot zichtbare eenheid, in het besef dat christenen elkaar als leerlingen van de Heer gegeven zijn.”
Dr. Van den Hende zal de tekst van de verklaring „zeker” in een komende vergadering van de Bisschoppenconferentie met zijn collega-bisschoppen bespreken. „Voor bisschoppen als herders in de kerk is het werk van de oecumene immers een belangrijke opdracht.”
Diepe zonde
Een „gevoel van herkenning”, kreeg ds. P.D. Teeuw toen hij de verklaring ”Rome-Reformatie nú” las. De voorzitter van de stichting In de Rechte Straat (IRS), die evangelisatiewerk in rooms-katholieke gebieden verricht, deelt het „verlangen” van de groep rooms-katholieke en protestantse theologen. „En ik hoop eigenlijk dat het breed wordt herkend. We zijn als kerken zo verbrokkeld en verdeeld. Ondanks de zegeningen die we onverdiend ontvangen, blijven kerkscheuringen een diepe zonde voor God. En ondertussen marginaliseert in ons werelddeel diezelfde kerk steeds verder.”
De predikant van de hervormde gemeente in Sliedrecht wijst op het „indringende woord” van Jezus: „Opdat zij allen één zijn.” „Dat mogen we niet losmaken van de zichtbare gestalte van de kerk.”
Ds. Teeuw is het eens met de constatering in de verklaring dat de breuk tussen Rome en Reformatie niet zomaar als een misverstand kan worden afgedaan. Ondertussen liggen met name rond kerk, ambt en Schriftleer de verschillen „levensgroot” op tafel, aldus de predikant. „De priester Antoine Bodar zei eens dat in deze tijd de werkelijke scheiding steeds meer loopt tussen vrijzinnig en orthodox christendom. Wat dat betreft zijn zowel de Rooms-Katholieke Kerk als de uit de Reformatie voortgekomen kerken innerlijk verdeeld. Als het bijvoorbeeld gaat om de rechtvaardiging door het geloof: klinkt die boodschap zondag aan zondag helder van alle reformatorische, protestantse en evangelische kansels? Dan laat ik de Rooms- Katholieke Kerk nog buiten beschouwing.”
De verklaring is vragenderwijs opgesteld en daarin klinkt volgens de IRS-voorzitter bescheidenheid. „Men streeft niet naar een oecumenische vaagheid, maar men zoekt naar een orthodox-christelijk antwoord. Maar juist dát maakt het ook zo lastig, want dan komen er toch grote verschillen openbaar.”
Het moeilijkste thema is volgens hem de verhouding tussen Schrift en traditie. Het gaat dan onder meer om de leer van de kerk, de sacramenten en de ambten. „En daaronder misschien een nog lastiger vraag: Wie praat met wie? De ondertekenaars zeggen: „Het gaat ons niet om een terugkeer naar Rome, maar om een bekering van ons allen tot Christus.” Mee eens. Maar wie voert dat gesprek? Vertegenwoordigers uit verschillende Nederlandse kerken staan tegenover een wereldwijde Rooms-Katholieke Kerk. Een kerk die zichzelf bovendien ziet als enige kerk van Christus en andere kerken als kerkelijke gemeenschappen. Dat maakt het wel moeilijk.”