Op de jaarvergadering, zaterdag in Barneveld gehouden, werd afscheid genomen van drie bestuursleden die lang in het bestuur zitting hadden. Dat waren (voorzitter) E. de Groot, J. E. van de Brandhof en H. van Vliet. Ze waren aftredend en niet herkiesbaar. Van de Brandhof (lange tijd penningmeester) was een man van het eerste uur, De Groot kwam als tweede voorzitter in 1961 in het bestuur, Van Vliet maakte sinds 1972 deel uit van het bestuur. Twee bestuursleden werden vorig jaar al gekozen met het oog op het komende vertrek van het drietal, te weten P. Hartog (Hardinxveld-Giessendam) en A. G. Rietveld (Capelle aan den IJssel). Als derde bestuurslid werd zaterdag M. J. van Walsum uit Rhenen gekozen. D. van der Sluis uit Genemuiden is met ingang van heden voorzitter. Het vertrekkende drietal werd zaterdag unaniem door de vergadering als erelid benoemd.

Per juli 2004 is administrateur M. van Prooijen wegens het bereiken van de 65-jarige leeftijd niet langer in dienst van de vereniging. Daarvoor was hij door ziekte geruime tijd niet in staat het werk te verrichten. De vereniging heeft nu G. A. Middelkoop voor alle werkzaamheden op het kantoor in Rhenen in dienst.

De lesbrief van de vereniging, bedoeld voor het basis- en het middelbaar onderwijs, zal binnenkort gepubliceerd worden. Penningmeester L. Vogelaar hoopt dat door middel van deze lesbrief meer jongeren worden aangesproken. Er wordt gewerkt aan een uitgave ter gelegenheid van het vijftigjarig bestaan van de vereniging.

Het ledenaantal daalde vorig jaar van 23.511 naar 23.041. Hoe komt het, zo vroeg een lid, dat de afgelopen vier jaar de vereniging verschillende leden heeft verloren? De Groot verklaarde dit vanwege de vergrijzing. „Er zijn er ook helaas velen die bedanken zonder daarvoor een reden op te geven. Juist daarom zal op scholen getracht worden de jongeren er meer bij te trekken.” Ook wil het bestuur de vereniging meer bekendheid geven in de vorm van publicaties, onder meer door een periodiek en folders.

Ds. G. Mouw, predikant van de gereformeerde gemeente in Uddel, sprak een slotwoord naar aanleiding Habakuk 3:2. Het was toen een ernstige tijd met veel valse profeten. „We leven ook nu in een ernstige en bange tijd, de oordelen hangen laag over de aarde, maar wie merkt dat op? Het grootste oordeel is het oordeel der verharding en dat is de voorbode van de verwoesting. Het welbehagen Gods, het werk van de Middelaar, zal echter zijn volvoering hebben. Het komt er voor ons allen op aan om van dood levend gemaakt te worden en geborgen te zijn in de ark der behoudenis. Het is een wonder dat de mens terechtkomt bij zijn afkomst, Gods recht komt te lieven en leert buigen onder Gods oordelen, ook van land en volk.”