Opheffen belastingvrijdom Oranjes heeft gevaarlijke achtergrond
Het zal nog wel even duren voordat bij paleis Noordeinde een blauwe enveloppe op de deurmat valt. Eerst moet er op het ministerie van Algemene Zaken en in het parlement nog veel werk worden verzet. Maar de kans is reëel dat de fiscus in de toekomst ook belasting gaat innen bij de koning.
Het zal nog wel even duren voordat bij paleis Noordeinde een blauwe enveloppe op de deurmat valt. Eerst moet er op het ministerie van Algemene Zaken en in het parlement nog veel werk worden verzet. Maar de kans is reëel dat de fiscus in de toekomst ook belasting gaat innen bij de koning.
Met steun van NSC, SP en Partij voor de Dieren diende D66-kamerlid Sneller deze week een motie in die de toekomstige regering vraagt een voorstel te doen om de vrijstelling van inkomstenbelasting voor het koningshuis op te heffen.
Als dat inderdaad gebeurt en het plan wordt aangenomen, dan zal er niet direct een aanslag naar het paleis worden gezonden. Eerst moet dan nog de Grondwet worden gewijzigd. Dat is pas gerealiseerd als het zittende parlement en –na volgende verkiezingen– het nieuwe met tweederde meerderheid heeft ingestemd. Dat is een kwestie van jaren.
Het idee dat de Oranjes belasting moeten gaan betalen wordt al heel lang verdedigd met het argument dat alle Nederlanders dienen bij te dragen aan de staatskas, dus waarom het koningshuis niet? In 2015 en in 2022 zijn er ook moties met die strekking ingediend.
Premier Rutte weigerde die overigens uit te voeren met als argumenten: te ingewikkeld, te tijdrovend en te onbelangrijk als je dit idee afzet tegen andere grote maatschappelijke kwesties. Mogelijk speelde ook mee dat Rutte er geen zin in had én omdat een deel van zijn eigen achterban niet voelt voor dit idee én omdat hij zijn goede, soms bijna vriendschappelijke relatie met de koning niet op het spel wilde zetten. Daar wijst ook op dat hij nu zegt geen bezwaar tegen de motie van D66 te hebben. Hij hoeft die immers niet zelf uit te voeren.
Zo op het eerste gezicht lijkt het voorstel tot opheffing van de belastingvrijdom redelijk. Het inkomen van de koning is fors, dus hij zal niet direct droog brood eten als de fiscus aanbelt. Zeker niet wanneer, zoals Rutte voorspelt, het inkomen eerst gebruteerd wordt. Bovendien, in alle andere landen (Noorwegen uitgezonderd) betalen vorsten gewoon belasting. Waarom dan een uitzondering voor de Oranjes?
Toch kan men zich afvragen waarom politici zich zo druk maken over deze kwestie. Gaat het hen alleen om het gelijktrekken van de fiscale regels voor vorst en onderdaan, of om meer? In dat opzicht is GroenLinks-PvdA eerlijk. Die partij zegt dat ze het liefst de monarchie afschaft en de opheffing van belastingvrijdom als een stap in die richting ziet. Dat is de onrustbarende achtergrond van deze motie. Misschien geldt die wens om een einde te maken aan het koningschap niet voor elke voorstander, maar wel voor een groot deel.
Er zijn soms zeker bezwaren aan te voeren tegen het optreden van de Oranjes, maar hun aanwezigheid heeft nog altijd een waardevolle betekenis. Ze zijn een verbindende factor in onze samenleving die juist in deze tijd van toenemende verdeeldheid van belang is. Vandaar dat pogingen om hun unieke positie te ondergraven gevaarlijk zijn.