Bruning noemt de zaak „een toch al voor de pers ingrijpend proces”. „Alhoewel we snappen dat dit potentieel kan gaan om vertrouwelijke informatie van cliënten van advocaten, zijn er toch vormen te vinden waarin de argumenten voor of tegen publicatie vrijelijk gewisseld kunnen worden, in het bijzijn van de pers, die juist in deze zaak ook een groot belang vertegenwoordigt”, stelt hij.

Het kort geding tussen De Vries en het AD diende donderdag. Beide partijen mochten na afloop van de zitting niets zeggen over de zaak. Eerder deze week bepaalde de rechter al dat er een zogeheten mededelingsverbod geldt. Dat betekent dat er niets kan worden gezegd over waarom de zaak niet in de openbaarheid wordt behandeld.

De Vries wil met het kort geding voorkomen dat het AD een nieuw artikel publiceert naar aanleiding van geluidsopnamen die gemaakt zouden zijn door zijn vader, wijlen Peter R. de Vries. Eerder publiceerde de krant al een artikel naar aanleiding van opnamen die het concern via bronnen zou hebben gekregen. Op die opnamen zou toenmalig collega van De Vries, Khalid Kasem, erkennen een ambtenaar te hebben omgekocht.