De onduidelijkheid komt onder meer omdat nationale parlementen vooral indirect bij de Brusselse besluitvorming zijn betrokken. Dat gebeurt als de nationale parlementen ministers met een nationale opdracht naar Brussel sturen. Daar overleggen die ministers met bewindspersonen uit de andere 26 EU-landen om zo samen tot een Europees compromis te komen.

Wat het Europees Parlement betreft komt er meer directe invloed en betrokkenheid van de nationale parlementen. Als een derde van de nationale parlementen bepaalde wetgeving wenst, zouden die parlementen direct om een voorstel voor Europese wetgeving mogen vragen. Dat zou ook beter reflecteren dat in elk van de EU-lidstaten ook weer minderheden en opposities zijn. Terwijl nu enkel de regeringspartijen van elk land het in Brussel voor het zeggen hebben. Het Europees Parlement stelt ook voor een ‘Europese week’ te introduceren waarbij de nationale parlementen periodiek in het eigen parlement de Brusselse besluitvorming bespreken.

Maar ook de democratische besluitvorming binnen de EU zelf moet beter, aldus het Europees Parlement. Welke posities de landen in Brussel innamen, is vaak alleen bekend als de landen daar zelf iets over zeggen. Dat verschilt erg van land tot land. Het EU-parlement is bovendien ook zelf gefrustreerd dat het door dit gebrek aan transparantie de EU-landen in hun Brusselse besluitvorming niet goed kan controleren.

Het voorstel is in een voltallige vergadering van het Europees Parlement in Straatsburg met 453 stemmen voor, 85 stemmen tegen en 95 onthoudingen aangenomen. Het gaat nu naar de Europese Commissie. Die zal kijken hoe ze deze ideeën zal meenemen bij een voorstel voor een nieuw Europees basisverdrag dat de unie moet klaarmaken voor nieuwe lidstaten. Dat voorstel volgt volgende maand.

Of, wanneer en hoe dat voorstel tot een nieuw Europees basisverdrag leidt, is nog onduidelijk. Eerst komen er Europese verkiezingen in juni. Maar de voorbereidingen voor een dergelijke verdragsverandering worden nu hoe dan ook getroffen, zodat de nieuwe Europese Commissie en het nieuwe Europarlement er snel mee verder kunnen.